EENE VOORGESTELDE PROEF MET CARNE PI RA
BIJ HET INDISCH LEGER.
In de llcle aflevering, jaargang 1884, van dit tijdschrift vonden
mijne beschouwingen omtrent de waarde, welke aan het Hofmann's-
vleeschpoeder (Carne pura) voor de verpleging van den militair te
velde moet worden toegekend (1), ernstige bestrijding van de zijde
van den heer D. Hasselaer. Terwijl door mij hoewel erkennende,
dat vleeschmeel van goede hoedanigheid, voor de verpleging in tijd
van oorlog, uitmuntende diensten zoude kunnen bewijzen over het
Carne pura, zooals het thans vervaardigd en in den handel wordt
gebracht, een ongunstig oordeel wordt uitgesproken, blijkt de geachte
schrijver, krachtens den inhoud van zijn opstel„Een en ander
over Carne pura of vleeschpoedervan een geheel ander gevoelen
te zijn en meent hij dit product, ter gedeeltelijke vervanging van het
versch vleesch, voor de voeding van den Indischen militair bijzonder
te moeten aanbevelen.
Aangezien het mij voorkomt, dat de door den heer IT., ter ver
dediging van zijne zienswijze, aangevoerde motieven den toets van
een grondig onderzoek bezwaarlijk kunnen doorstaan en, in het
algemeen, veel van hetgeen, zoowel in zijn artikel als in het daarbij
gevoegd naschrift, over het door hem aangeprezen voedingsmiddel
gezegd wordt, niet weersproken mag blijven, heb ik gemeend mijne
bedenkingen daartegen in de volgende regelen te moeten neerleggen.
Yooreerst ziet de heer TI. in mijne mededeeling, dat de van het
hierbedoelde vleeschpoeder toebereide spijzen niet alleen zeer on
smakelijk, doch ook min of meer walgelijk zijn, slechts ee'ne bevestiging
van zijne aanhaling uit professor Huizinga's werkje: „Een en ander
over voeding"welke aanhaling daarop neerkomt, dat, ten opzichte
(1) Zie het opstel in de 8ste aflevering: „Eenige beschouwingen over de ver
pleging met verduurzaamde levensmiddelen.