EENE AANBEVELING VOOR HET WAPEN DER INFANTERIE. Wanneer men bij de voorbereidende schietoefeningen, de zevende paragraaf, hoofdstuk A der 2de Afdeeling van het IIe deel van het „Voorschrift betreffende de Wapenen en de Schietoefeningen bij de Infanterie geheel tot haar recht doet komen, dan kan de onderwijzer tot op eenen afstand van 25 passen zich zeer wel overtuigen, of de soldaat het geweer behoorlijk weet te richten. Wij doelen hier in het bijzonder op de oefeningen, waarbij men gebruik maakt van het lederen schijfje van 0.1 M. middellijn, - niet voorbijziendedat, met behulp van den richtbokde richtoefeningen, overeenkomstig het voorgeschrevene bij de vijfde alinea van de hier- voren genoemde paragraaf, ook op grootere afstanden zijn te houden. Zooals intusschen hierna blijken zal, heeft de vindingrijkheid van een Zweedsch luitenant, een paar zeer eenvoudige instrumenten in den handel gebracht, waarmede de richtoefeningen bij het wapen der infanterie tot op 1000 M., op de meest deugdelijke wijzegehouden kunnen worden. Het was de le luitenant van het regiment grenadiers en jagers bij het Nederlandsche leger, Brender a Brandis, die de aandacht zijner kameraden op bedoelde instrumenten vestigde, en het is met zijne vergunning, dat wij zijne aanbeveling thans in haar geheel voor de infanterie van het Indisch leger gaan overnemen, ten volle overtuigd van het zeer groote nut, dat de aanschaffing er van te weeg kan brengen, met het oog op de geoefendheid in het schieten. Ziet hier, wat de heer Brender a Brandis er van zegt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 578