Aan De Redactie van het Indisch Militair Tijdschrift te Batavia. W elEdel Gestrenge Heer en In de beschrijving der militaire operatiën in Tenomin de maand Januari 1884, door G. W. Beeger, kapitein van den Generalen staf, voorkomende in de laatste nummers vau het door U geredigeerde tijdschrift las ik, dat de branding herhaaldelijk van slechten invloed was op den geregelden gang van zaken, hetzij doordat de roeiers weigerden weder zee te kiezen, hetzij doordat de branding de vaar tuigen lek-, om- of terugsloegbovendien deelt bijlage 3 mede, dat 5 mindere militairen der landmacht het leven verloren hebben door verdrinken, terwijl andere militairen, waaronder de kapitein- intendant Boerster nauwernood het leven redden. Dat dergelijke dingen geschieden, is het natuurlijk gevolg der omstandighedenmiddelen toch om de gevaren van een em- en debarkement geheel te bezweren zijn niet bekend, en men kan dus moeielijk iemand eenig verwijt maken, dat er bij zulk eene gele genheid ongelukkeu gebeuren. 't Is en blijft evenwel een beangstigend vooruitzicht, vooral voor degenen die niet zwemmen kunnen, bij een em- of debarkement in de branding, door 't water weggesleept te kunnen worden en te verdrinken, dan wel met boot en al om te slaan en op den bodem der zee de eeuwige rust te gaan zoeken. Wie onzer in de branding heeft moeten em- of débarkeeren, zal zeker de hoogst onaangename gewaarwording niet vergeten zijn, toen men, eens vasten grond onder de voeten hebbende, opgelicht en medegesleept werd door een roller, en daarbij eenige oogeublikken dien vasten grond verloor. Evenmin wordt het genoegelijk oogenblik vergeten, waarop de laatste stap werd gedaan in het natte élement, om den vasten oever té bereiken, al is 't dan ook druipnat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 609