89 Een kijkje in het Indisch leger en de regeeringshandelingen van den Gouverneur-Generaal Daendels in het begin dezer eeuw. Yan de kleine armee, die de generaal Daendels op de kust vond, mis schien onder eene andere organisatie gebracht, zou vrij vrat meer te ver wachten zijn geweest. Onderscheidene Europeesehe officieren, die noch lezen, noch schrijven konden en onder het Gouvernement, als mandoors, op de Posterijen, op de landerijen en in de tuinen of stallingen van dezen en genen bijna voor de kost dienst deden, bevonden zich onder de armee, dewelke overi gens bestond voor het meerder gedeelte der Europeeschen uit Invalieden, voorts uit Ambonnesen, Boeginnesen, Maduresen en Sumanappiers, in slaven en Dajakkers van Borneo, die de Ambonnesen uitgezonderd, bij gansche horden deserteerden en de landen van Particulieren ontrustteden en on veilig maaktendes de Generaal Daendels, zonder de waarheid geweld aan te doen, zeggen kon, dat door deze ivegloopers tot onder de poorten van de stad geroofd en gestroopt werd. Allen hadden den naam van vrijwillig te worden aangeworven, maar velen werden met de handen op den rug vervoerd en zochten hij alle gelegendheden te ontvlugten gansche vaartuigen, daar deze Vrijwilligers mede vervoerd werden, werden afgeloopen. Elk ambtenaar van de residentie op Buiten-kantoren stond uit vrees voor de bedreigingen, den generaal Daendels in die aanwerving ten dienst' De Resident van Bandjermassing heeft zich lange verschoond gehad van het zenden van Dajakkers uithoofde van de onmogelijkheid, om die op een of andere manier, zonder commotie te bemagtigen. De generaal Daendels ordonneerde hem eindelijk, het onmogelijke te beproeven. Dit was een wenk, van hetgeen hem te doen stond, om na melijk geene middelen, hoezeer de menschelijkheid zelve onteerende, onge bruikt te laten. Om dan aan den wil van Hoogstdenzelven te voldoen, ten einde buiten onaangenaamheden of vervolging te blijven, maakte hij gebruik van de gewoonte op Bandjermassing, om eene oproeping te doen van eenige honderden Dajakkers ter verrigting van eenigen onvermijde- lijken arbeid in 's Kantoor 's Eortres of zoogenaamde Loge. Dezen derwaart met de beste trouw uit hunne districten afgezakt, en Zie: „Overzicht van den staat der Nederlands-Oost Indische bezittingen, onder het bestuur van den Gouverneur-Generaal Herman Willem Daendels, ter betere ken nis en waardeering van 's mans willekeurig en gewelddadig bewind door Nicolaas Engelhard, oud eersten Raad en Directeur-generaal van Neerlands Indien, alsmede oud-gouverneur en directeur van Java's Noordoostkust,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 95