92 De middelen, die de Commandeur Du Puy te werk stelde, om den Rijksbestuurder op eene behendige wijze bij zich te lokken, waren vruch teloos en er bleef voor hem geene andere keuze over (want aan het bevel van den Generaal Daendels moest voldaan worden, wilde de Commandeur aan deze zijde, onheilen voorkomen) dan zich op de gewone wijze naai den Craton te begeven en den .Vorst met zijne commissie, tot de overgave en opzending van den Rijksbestuurder, bekend te maken. En naardien de Yorst toen ook bereids met de verdere intentie van den generaal Daen dels bekend was, zoo laat ik het aan een ieder over, met de maximen van de Inlandsche Hoven bekend, wat hier van het gevolg moest zijn. Bij den besten wil van Bantam's Yorst, die in zijn Rijk als Souverein Yorst regeerde en zich een diergelijk bevel niet kon laten welgevallen, was deze niet in staat, de geestdrift te beteugelen, die op dat moment onder de Prinsen en Iiofgrooten heersehte en die geene andere gevolgen kon hebben voor dezen ambtenaar dan dewelke hem overgekomen zijn, aan het bevel van den generaal Daendels voldoende Om nu den generaal Daendels niet te doen paresseren als de oorzaak van deze gebeurtenis en vrij te kennen van eene allezins ongehoorde ge geven order, moest den Commandeur Du Puy nagegeven worden, eene onvoorzigtigheid te hebben begaan in de uitvoering van den last. Dan zijne nagedachtenis kan hiermede niet worden bevlekt, naardien de man zich in niets heeft te buiten gegaan, maar in allen deele voldaan aan het bevel eens geweldenaars, die hem anders veelligt in nog zwaarder ongeluk zou gedompeld hebben. De overledene is denzelfden dag, dat hij de order van den generaal Daendels ontvangen had, ten mijnen huize gekomen en heeft mij bekend ge maakt met den last, waarmede hij aan het Bantamsche hof gechargeerd was. Hij voorzag zijn onheil. De man was openlijk aan tafel door den generaal Daendels bespot geworden in het bijzijn der gezanten onder anderen werd een der aanwezige gasten gelast, om aan de gezanten in het Maleisch te zeggen, dat de Commandeur bang was voor de Bantamsche krissen en hij hem een ijzeren harnas zou laten maken. Deze uitlating van een Gouverneur-generaal omtrent den persoon, die aan een Hof de souvereiniteit representeerde, was alleronbetamelijkstzij moge, voor een moment, de aanhoorderen vermaakt hebben, men mag onderstellen, dat daaronder zijn geweest, die er zich over geindig-neerd gevoeld hebben, daar hij de Gezanten had behooren voor te gaan in denzelven achting en respect voor den Commandeur van Bantam in te boezemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 98