714
étappe-posten tot Djerir te verdedigen, door te wijzen op het tijdvak
van Juli 1878 tot Maart 1879, dat Yan der Heijden heeft noodig
gehad, om, toen die posten nog niet bestonden, van Lambaroe tot
Indrapoeri te komen.
Gij hebt U, in den loop van Uw schrijven, beroepen op twee
rapporten van den heer Pruijs van der Ploeven. Moet ik daaruit
opmaken, dat gij mij houdt voor een aanhanger van dien heer? In
dat geval vergist gij U. Ik sympathiseer met den generaal Yan Swie-
tenmet wijlen den generaal Pel, zoolang hij de denkbeelden was
toegedaan, ontwikkeld in zijn schrijven van den 30 April 1875; met
den generaal Wichers van Kerchem, en met wijlen den generaal Die-
mont, omdat al die militairen zich tegen eene uitbreiding naar het
zuiden, d. w. z. tegen de politiek van agressie, verklaarden. Maar
de reeks mijner geschriften van af September 1875 tot 1880, bewijst,
dat ik nooit heb geschroomd, de burgerlijke machthebbenden te be
strijden, toen zij der partij van agressie hunnen steun verleenden, tot
het doorzetten van hare rampzalige plannen. En weet gij, wat ik hun
en daaronder niet het minst den heer Pruijs van der Hoeven, het
meest kwalijk neem? Dat zij later volte face hebben gemaakt, door
voor goede munt aan te nemen, wat hen zoo lief was voorgespiegeld,
en te meenen, dat Atjeh nu werkelijk door de politiek van agressie was
onderworpen. Waarom? Omdat zij daardoor die politiek den steun
hebben verleend, waaraan zij zich nu nog vastklemt, terwijl zij anders
voor goed verslagen zou neerliggen. Maar dit neemt niet weg, dat
het tegen miju militair begrip van loyaliteit strijdt, die machthebbenden
aan te vallen over zaken, waaraan, hebben ze kwaad gesticht, men zelf
niet minder schuld heeft dan zij. En daaronder begrijp ik de veel bespro
ken commandementsorder. Yan daar dat ik, als goed militair, meen
verplicht te zijn, dienaangaande meer licht te verspreiden, dan tot nog
toe bestond.
Ik eindig. Geloof, dat ik Uw streven naar onpartijdigheid in Uwe
Beschrijving van den Atjeh-oorlog, gaarne erken. Van de zijde der
voorstanders van de partij van agressie, is het zeker het volmaaktste
werk, dat over den Atjeh-oorlog bestaat. Maar dit neemt niet weg, dat