715
hier en daar doorstraalt, aan welke zijde Uwe symphatiën zijn. Daar
van mag U echter geene grief gemaakt worden. Zoodoende, doet
gij toch niets anders, dan gebruik maken van het recht van zelf
verdediging, dat iedereen toekomt. Wie zal gaarne erkennen, dat, het
geen hij vroeger voorstond, als het eenige redmiddel in een benarden
toestand, totaal fiasco heeft gemaakt, en dat men zoodoende, zij het
dan ook naar zijne beste overtuiging, en naar men meende in
's Lands belang, heeft medegewerkt tot het vergrooten der rampen, die
Nederland en Nederlandsch-Indië ten gevolge van den Atjeh-oorlog
hebben getroffenOntvang overigens de verzekering, dat ik alleen
Uw tegenstander ben, voor zoover ons oordeel over de wijze, waarop
men heeft gemeend den Atjeh-oorlog te moeten voeren, verschilt,
maar in zeer vele andere opzichten geheel met U instem. Daarom
hoogachtend
20 April 1885. Uw die. dienaar
Niclou.
Verbeteringen in liet eerste gedeelte van dezen brief (voorgaande af
levering) aan te brengen:
bl. 593, reg. 18 v. b., staat: 9, lees: g.
599, 16 20, 30.