761 Den lien rukte generaal Brackenbury, die het commando had aanvaard na Earle's dood, onmiddellijk verder en bereikte den 15en Februari Sulymat, waar hij op den rechter oever overging en den 21en te Hebeh kwam, waar de gestrande boot van Stewart werd teruggevonden. Hij zou van daar den 22sten oprukken naar Abu-Hamad, ongeveer 60 kilometer verder, toen hem het bericht werd gezonden van Khartoum's val en hij werd teruggeroepen naar Korti. Zijn terugtocht werd niet bemoeilijkt door den vijand en in de eerste dagen van Maart kwam de colonne te Korti terug. In verband met de berichten, die thans van de macht en de be- wegingen van den Mahdi inkwamen, de geleden verliezen, ongeveer 500 man waren tot nu toe gesneuveld en overleden, terwijl veel koortsen begonnen te heerschen door het veranderde jaargetij, de hitte viel n. 1. in, achtte Lord Wolseley het niet raadzaam de operatiën offensief te vervolgen, vóór een gunstiger tijd was aangebroken en versterkingen uit Engeland waren ontvangen, terwijl ook in het moederland reeds was besloten de operatiën ook van uit Suakim in de richting naar Berber, en dit wel met behulp van een spoorweg, te doen plaats hebben. De troepen werden dus geconcentreerd te Dongola, waar het hoofd kwartier werd gevestigd, te Debbeh en te Ambukal, terwijl de meest vooruitgeschoven post werd Abu-Dom tegenover Merawi. Te Dongola werden twee mobiele brigades gevormd, die steeds beschikbaar moesten blijven om onmiddellijk uit te rukken. Hiermede waren voorloopig althans de operatiën in Soedan geëindigd. De Engelsche Regeering had intusschen, geheel in overeenstemming met de publieke opinie in het moederland, de nalatenschap van Gordon aanvaard, en slechts ééne oplossing schijnt daarvan mogelijk te zijn, n. 1. vernietiging van den Mahdi. Het is thans bijna een nationale zaak geworden. Terwijl de Regeering onmiddellijk na het bericht van zijn dood eene som van 20.000 pond sterling aan zijne betrekkingen uitkeerde, en in 4 maanden tijds bijna diezelfde som door het Engelsche volk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 148