762 werd bijeengebracht, met het doel op eene waardige wijze de nage dachtenis van den gevallen held te eeren, maakte zij hare élite-troepen gereed, die nu voor het eerst sedert den Krim-oorlog te velde zouden trekken, n. 1. de Household troops en daarvan het le bataljon Coldstream-guards, het 2e id Scotch-guards en het 3e id Grenadier-guards, die reeds den 19en en 29sten Februari, elk ter sterkte van ongeveer 30 officieren en 700 man, embarkeerden. Op verzoek vanWolseley werden van elk korps 50 man uitgerust om dienst te doen als bereden infanterie. Verder werden uit Engeland nog aangewezen om deel uit te maken van de krijgsmachtéén bataljon van het Devonshire Regiment, één bataljon van het Cheshire Regiment, drie bataljons der Rifle Brigade, het 20ste regiment Huzaren, het 5e regiment Royal Lancers, de 10e compagnie Royal Engineers en een telegraaf-compagnie. De gezamenlijke sterkte bedroeg ongeveer 7000 man. Uit Engelsch-Indië zoude een brigade van 6000 man infanterie en cavalerie deelnemen aan den nieuwen veldtocht, terwijl een groot kameelen-depot te Suez werd gevormd. Ook in de koloniën droeg deze oorlog aller sympathie weg, ze boden als om strijd hunne contingenten aanNew South Wales zoude 500 man en een batterij leveren, Canada volgde, terwijl groote kapitalisten ruime geldelijke ondersteuning toezegden ter bestrijding der oorlogskosten. Als een bewijs hoe de Regeering ook de zorg voor de achtergelaten betrekkingen van den soldaat ter harte neemt, diene, dat aan elk huisgezin, dat de garde-bataljons achterlieten, onmiddellijk na hun vertrek 1 pond sterling werd uitbetaald. De generaal Graham, die reeds in 1883 in Oost-Soedan streed, werd bevelhebber der troepen, die van Suakim uit zouden opereeren. Den 12™ Maart kwam hij aldaar aan. Terwijl hij onmiddellijk maatregelen nam om over Sinkat voort te rukken en in zijn rug de ontworpen spoorweg geleidelijk zoude worden gelegd, kwam de Russisch-Afghaansche grensquaestie, die Engeland in oorlog schijnt te zullen brengen mot Rusland, plotseling

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 149