765
h. Britsch-Indische (gedeeltelijk Europeesche officieren) en geheel
Inlandsche korpsen.
De eerstgenoemde korpsen dragen den naam van
Royal Regiment of Artillery,
Corps of Royal Engineers,. fln volgorde van de bij het Britsche
British Cavalry en(leger geldende préséance.
British Infantry1
De Britsch-Indische korpsen dragen den naam naar het gouverne
ment, waarin zij gestationneerd behooreu te zijn, zooals Bengal, Ma
dras en Bombay Infantry, Cavalry, enz. Ook zij hebben eene onder
linge rangorde, doch volgen op de Britsche troepen.
I. De Infanterie.
De Britsche Infanterie telt 69 regimenten. Al deze regimenten hebben
hunne depots in Groot- Brittannië en Ierland. Yan deze 69 bestaan er
a. 66 regimenten uit 2 bataljons.
b. 2 4
C. 1 „1
Te zamen141
Van deze 141 bataljons bevinden er zich in Britsch-Indië 51 en
hiervan in het gouvernement van Bengalen 32.
1. De Britsche Infanterie.
Zoolang de Britsche Infanterie dienst doet in Bengalen, zijn voor
haar, behalve de depots in het moederland, nog de ondervolgende
geene regimentsmaar territoriale depots aangewezen:
Met een staf bestaande uit: 1 luitenant-kolonel,
Deolali, I commandant, 1 kapitein van den plaatselijken staf,
Landour, 11 chirurgijn- majoor [voor Deolali geen kapitein van
I Dorjeeling, |den plaatselijken staf, maar een kapitein-adjudant
iMurree, f en bovendien 1 kapitein-betaalmeester en 1 luitenant-
i Kasauli, kwartiermeester] benevens1 sergeant-majoor, 1 ser-
ISaini Tal, geant-kwartiermeester, 1 sergeant-betaalmeester, 1
f Dalll0usie boekbinder, 1 schrijver, 1 schoolmeester, 1 school-
Pachmarhi meesteres en 1 sergeant van wapening [behalve voor
Dalhousie en Naini Tal] (1)
V
(1) Te Pachmarhi bestaat de zoogenaamde „kleine staf" (warrant and non-commis
sioned staff) evenals te Deolali slechts uit 1 sergeant-kwartiermeester en 1 schrijver.