778 Britsche Infanterie, gestationneord in liet gouvernement van Bengalen, zoodat de totaalsterkte der Infanterie van het staande leger in liet gouvernement bedraagt 85682 man, uitmakende 97 bataljons en 779 compagnieën. De verhouding van de Europeanen tot de Inlanders is ruim als 21 De organisatie dezer Infanterie behoeven wij echter Engeland niet te benijden, daartegenover die der Infanterie van het Nederlandsch- Indische leger stellende. II. De Cavalerie. 1. De Britsche Cavalerie. Elk Britsch regiment Cavalerie, dat naar Britsch-Indië wordt ge dirigeerd, gaat in zijn geheel derwaartsgeene onderdeelen blijven daarvan in het moederland achter, behalve het depot, dat steeds in Groot-Brittannië en Ierland gevestigd blijft. Elk in Indië dienstdoend regiment is verdeeld in 6 troops. De formatie van zulk een regiment is I 1 luitenant-kolonel, commandant, I 1 luitenant-kolonel, tweede commandant, 1 I 3 majoors, 3 ritmeesters, no a. ofncieren I 11 luitenants, I 1 regimentsadjudant (ritmeester of luitenant) I 1 instructeur (1) 1 1 kwartiermeester (2) 11 regiments-opperwachtmeester, 1 kapelmeester, 1 wachtmeester-instructeur, 1 wachtmeester-trompet ter, 1 wachtmeester-schermmeester, 1 wachtmeester instructeur, 1 wachtmeester-betaalmeester, 1 wacht- b. minderen meester van wapening, 1 wachtmeester-zadelmaker, l opperwachtmeester-hoefsmid, 1 wachtmeester-schrij ver, 6 opperwachtmeesters, 17 wachtmeesters, 6 wachtmeesters hoefsmeden, (totaal 40 onderofficieren), 6 trompetters, 24 brigadiers en 384 ruiters. (1) Ridingmaster. Welken rang deze bekleedt, wordt niet vermeld. De naamlijsten wijzen echter aan, dat de riding master in den regel een luitenant is. (2) Zie de aanteekening bij (1). Geldt ook voor de Infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 165