630
De hoofden van Naga Sariboe daarentegen voldeden dien dag de hun
opgelegde boeten.
De zaken met Lintoeng ui Hoeta werden den 15en Augustus geregeld.
Behalve schadevergoeding voor de eigendommen der zendelingen, die
door de benden van Singa Mangaradja waren vernield, werden boe
ten opgelegd voor de oproerige houding, die de hoofden tegen het
Gouvernement hadden aangenomen. Al deze sommen werden nog
dienzelfden dag grootendeels in goudwerken ontvangen. Een langer
verblijf der colonne te Lintoeng ni Hoeta was derhalve onnoodig. Daar
echter in den nacht van 15 op 16 Augustus eenige schoten op de
schildwachten gelost werden, werd besloten daar nog een dag te
blijven, 's nachts hinderlagen te leggen ten einde de daders te vatten,
doch geene hoeta's in de asch te leggen, omdat men door dien maat
regel wellicht onschuldigen zou treffen.
De hinderlagen die in den nacht van 16 op 17 Augustus gelegd
werden op zeer begroeide en duistere plekken nabij de hoeta's, waarin
de colonne verblijf hield, leverden echter niets op. De nacht was
zeer regenachtig en ging voorbij, zonder dat eenig teeken van rond
zwervende Batakkers werd bespeurd.
Den 17en Augustus verliet de colonne Lintoeng ni Hoeta en mar
cheerde over Paranginan naar Tanga batoe, wijl de Resident de
zaken in de Westelijke landschappen voor geëindigd verklaarde.
Te Tanga batoe werd de colonne van 17 tot 24 Augustus in 2
hoeta's gelegerd, in afwachting van eene machtiging om tegen het
landschap Si Torang op te rukken.
De volgende omstandigheden hadden aanleiding tot dit voorstel
gegeven. Reeds den 4en Augustus liep het gerucht, dat de bevolking
van Si Torang kwade bedoelingen tegen het Gouvernement had.
Een spion door den Resident uitgezonden, bevestigde dit gerucht tot
op zekere hoogte, door de mededeeling, dat men zich te Si Torang
verbonden had om elkander bij te staan, indien de colonne tegen dit
landschap mocht oprukkeu. Weldra uam de bevolking echter eene
meer dreigende houding aan, door in den nacht van 7 op 8 Augustus
een aanval te wagen op de hoeta Simenangking, waarin het detachement
Lagoe boti gelegerd was. Daar de hoeta genoegzaam versterkt en
de bezetting waakzaam was, had deze aanval geen nadeelige gevolgen.