806 Doch afgescheiden van de geldelijke vootdeelen, wenschen wij hier vooral te doen uitkomen, welken invloed die korte reëngagementen, b. v. van twee jaren, op het gehalte van het kader zouden hebben. Personen, die geen lust meer hebben in den dienst, kunnen hun ontslag nemen, zij, die minder geschikt zijn voor hun graad, doch zich overigens goed gedragen, kunnen in een lageren graad blijven door dienen en staan de bevordering van meer geschikten niet in den weg zij, die zich misdragen en vooral zij, die zich aan dronkenschap hebben schuldig gemaakt in de laatste twee jaren, worden niet tot een reëngagement in hun graad toegelaten. De wetenschap dat elke twee jaren, hunne positie door hunne chefs in ernstige overweging wordt genomen en dat hun toekomst van de te nemen beslissing afhangt, kan voor het kader niet anders zijn dan een spoorslag tot ijver en nauwgezette plichtsvervulling. Zeker zou over het hier behandelde onderwerp nog veel te zeggen zijn, doch zooals wij reeds boven opmerkten, willen wij ons slechts bepalen tot het aanwijzen der richting waarin de lotsverbetering kan en moet plaats hebben. De Commandant van het Indisch leger heeft voor vele en veler belangen te waken; eene moeielijke en dikwerf ondankbare taak; doch wij houden ons overtuigd, dat die Legercommandant zich een aureool om het hoofd zou winden, die boven aan zijn programma schreef Lotsverbetering voor de onderofficieren. Q.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 193