632
Ten einde mensehenleveDS te sparen verdiende het dus overweging,
door een afdoend middel de kracht des vijands te breken en eerst
daarna tot de bestorming over te gaan.
Het plan werd daarom opgevat om, wanneer het volk van Si Torang
zich mocht terugtrekken in eene sterke en moeielijk genaakbare positie,
des nachts en op betrekkelijk korten afstand daarvan verwijderd, twee
fougassen aan te leggen, die tegen het aanbreken van den dag te doen
springen, en te midden van het rumoer en de verwarring daardoor
te weeg gebracht, de stormcolonne vooruit te brengen.
De uitwerking eener granaatfougas met eene lading van 20 kilo
gram, strekt zich uit tot 500 M. Door de lading te verzwaren,
kan men de worpsverheid nog iets vermeerderen op dien afstand
hebben de geweren der Bataks weinig trefkans, en houden hunne
kogels slechts weinig indringingsvermogen over.
Ten einde het graven der fougassen tegen geweervuur te dekken,
werden een paar kandelaars in gereedheid gebracht, bestaande uit
bamboezen stijlen, waaraan planken door middel van leeren lussen
konden worden opgehangen. Proeven met Bataksche geweren hadden
aangetoond, dat deze toestellen voldoende veiligheid zouden waarborgen
voor hen, die aan den nachtelijken arbeid zouden deelnemen. De kogel
uit een dergelijk geweer geschoten, dringt op 100 pas niet geheel door
eene plank van 0.05 M. dikte.
Voorts werden buskruitkisten en geleidingen voor twee zware
fougassen in gereedheid gebracht, en een aantal keien verzameld, omdat
zij in deze streken schaars zijn en wellicht in Si Torang in het geheel
niet zouden worden aangetroffen.
Dit alles was den 24en Augustus in Simenangking gereed, op den
zelfden dag dat de colonne van Tanga batoe naar Baligé marcheerde,
waar den 25en Augustus ook de 4 mortieren van Siboga aankwamen.
Den volgenden dag bereikte de colonne Simenangking.
In den nacht van 24 op 25 Augustus was deze hoeta door Batakkers
beschoten. De schildwacht, de inlandsche fuselier Kertodongso alg.
stamb. N°. 68116, werd aan den arm en de borst gewond, doch bleef
kalm 's vijands vuur beantwoorden tot hij werd afgelost.
Eene patrouille, sterk 1 officier en 20 man, die onmiddellijk werd
uitgezonden, bespeurde niets, doch den volgenden morgen ontwaarde