633
men eene Bataksche oorlogsverklaring op bamboe geschreven, en aan
een boom in de nabijheid der hoeta opgehangen. De brief behelsde een
dreigement van Si Djorat, een der voornaamste hoofden van Si Torang,
en van Toean Onggong, een der voorvechters van Singa Mangaradja.
Intusschen was van hoogerhand machtiging ontvangen om het
landschap Si Torang te tuchtigen, waarom den 26en Augustus de
volgende dispositie werd uitgegeven.
le De colonne wordt ten 4^ u. v. m. gewekt, gebruikt brood en
koffie en treedt aan ten westen van het in aanbouw zijnde troepen
kampement. Ieder man voorzien van ketoepat.
2e Ten 5^ u. v. m. wordt afgemarcheerd in de volgende formatie
le compagnie van het 17e bataljon (vormt voorhoede en spits);
artillerie met hare munitiën en reserve munitie voor de infanterie
2/3 gedeelte der 3e compagnie van het 17e bataljon;
de ambulance;
de materialen der genie
de goederen der intendance;
]/3 gedeelte der 3e compagnie van het 17e bataljon.
3e De artillerie verstrekt aan elk peloton infanterie vóór den
afmarsch twee kistjes reserve munitie met de noodige dwangarbeiders
komt de colonne in gevecht, dan wordt de munitie steeds zoo spoedig
mogelijk aangevuld de commandant der artillerie wijst daartoe eenige
manschappen en dwangarbeiders aan.
4e De vrouwen, die tot nu toe de colonne volgden, blijven in
Simenangking.
5e Yóór den afmarsch worden kleedingtasschen, wollen dekens
en alle niet strikt noodige goederen in Simenangking opgelegd.
6e. De kwartiermeester neemt met zich7 kisten jenever, 9 kisten
hard brood, 8 koelievrachten wijn, koffie en specerijen benevens de
kookketels.
7°. Ten dienste der artillerie worden gesteld 100 dwangarbeiders,
ambulance 14 dwangarbeiders, intendance 54 dwangarbeiders; de
overige dwangarbeiders benevens de vrije koelies, dragen de genie
materialen en, indien er nog vrije koelies overschieten, de wollen
dekens; de dwangarbeiders die de stormladders dragen, worden
voorzien van bijlen.