835 heeren er zich slechts hoogst zeldzaam, of in het geheel niet aan bezondigen en dus hier van geen Zawcfegebruik sprake is. Een ander verschil, dat tusscheu de Indische en Nederlandsche militaire gebruiken valt op te merken, is in de wijze gelegen, waarop men hier en ginds „adressenschrijft. Terwijl men hier, naar mijne meening, eenvoudig en goed, aan „den Kapitein, den Majoor, den Generaal-Majoor" schrijft, voegt men in de militaire briefwisseling bij het Nederlandsche leger nog daaraan toe, dat die kapitein, majoor en generaal „een heer" is. Aan den Heer Kapitein, aan den Heer 2den Luitenant, heet het daar in het moederland. Over het algemeen speelt in vele dingen op dat gebied, eene rol, de ijdelheid, welke helaas! nog maar al te vaak door „lekkermakerijgevoed wordt. Die verschijnsel is niet alleen in de militaire wereld merkbaar, maar ook daar buiten. Een officier van gezondheid der eerste klasse is nog altijd een „meneerof een „dokter," maar een dirigeerend officier van ge zondheid is een Majoor, een Overste of een Kolonel, naar gelang hij in de derde, tweede of eerste klasse „dirigeert." Een dirigeerend militair apotheker zou, bij wijze van spreken, het kunnen besterven, als men hem van af het oogenblik, dat hij deel uitmaakt van het korps hoofdofficieren, niet even goed „Majoor" en „Overste" noemt als ieder ander. In der tijd toen diezelfde officier, een militair apotheker van de eerste klasse was, was het hem volmaakt onverschillig, of hij als zoodanig in den kapiteinsrang werd erkend. Zijne teergevoeligheid op dat puut komt, o! ijdelheid der ijdelheden! eerst met den gouden kraag. Wie nu evenwel zoude denken, waarde redacteur! dat uw brief schrijver wars van alle eerzucht is, vergist zich zeer. Ik hecht zelfs veel aan „stand ophouden,aan het betoon vau eene gepaste eigenwaarde en eerzucht, en ik ben een verklaarde vijand van alle „uitmiddelpuntigheid. Ik ga verder en ik zal niet eens veroordeelen, dat officieren van zekeren hoogen rang, al dadelijk bij het verkrijgen van dien rang

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 222