837
Toen in 1876 de Britseh-Indische surgeon-general Archer te Batavia
aankwam, en naar de woonplaats van den surgeon X., een hoofd
officier van den geneeskundigen dienst, informeerde, wist aanvankelijk
niemand, waar die „surgeon woonde.
Wel noemde men aan dien dokter-generaal, een, we zullen nu maar
zeggen, luitenant-kolonel van dien naam, een overste X., maar een
dokter, neendien kende men niet.
De generaal Archer verkeerde daarop in de meeuing, dat die
luitenant-kolonel X. dan allicht een broer of een neef van den
gezochten surgeon X. zijn zoude en zie, op het eind komt hij te we
ten, dat zij beiden een en denzelfden persoon waren.
Van uit zijn Britsch-Indisch standpuut vond hij de aanduiding
van den gezochten dokter, middels zijnen militairen rang, vreemd
en, ik voeg er bij, die Engelsche bevreemding is nog zoo heel
vreemd niet.
Over het algemeen speelt bij militaire Nederlanders, in Indië en
in Nederland, voor zoover zij bij de hulpwapens en diensten van
het leger ingedeeld zijn, het gebruik, om den bezitter van een mili
tairen rang als zoodanigwel of niet te erkennen, dan ook een waar
lijk koddige rol.
Zie hier, geachte redacteur, wat ik u al zoo over rangen, titels,
briefwisseling en enkele onzer militaire gebruiken wenschte te schrijven.
Gelden mijne opmerkingen slechts kleinigheden betreffende geheel
schadelooze gewoonten, dit belet niet, dat nen er toch wel eens over
praten mag.
Zal ik pogen, later ook over andere zaken in denzelfden zin
mijn gevoelen te zeggen, bepaaldelijk wensch ik mij te onthouden
van iedere bespiegeling, welke in stede van „zaken slechts „bijzon
dere personen" zoude betreffen.
Ik wil met deze verklaring eindigen en noem mij vriendschappelijk
Uw dienstvaardige
Cornelis.