860 „vrijwilligers en neem 100 of 200 man uit zooveel bataljons als noo- „dig zijn om de krijgsmacht bij elkander te krijgenneem de beste „officieren van elk bataljon om hun manschappen te commandeeren „en zoek dan verder in het leger naar de beste hoofdofficieren en „bataljons- commandanten." „Met bataljons, op die wijze samengesteld, zullen minder verliezen „geleden worden dan wanneer eenige bataljons genomen wordendie „het eerst aan de beurt zijn en de oorlog zal veel spoediger ge ëindigd zijn." Met al den eerbied voor het gezag der meening van dezen wak keren aanvoerdervechtgeneraal bij uitnemendheidgelooven wij toch dat men zich moet wachten voor de al te consequente toepassing daarvan. Dat men een krijgsmacht aldus samenstelt, wanneer men te doen heeft met een' niet zeer talrijken vijanddie zich bij voorkeur schuil houdt, niet in massa's optreedt en slecht van vuurwapens voorzien is, laat zich hoorenhet gevecht krijgt dan meer het karakter van eene jacht, waarbij vooral de dapperheid, de gehardheid en de be kwaamheden als schutter van het individu op den voorgrond tre den. Een eisch is dan ook nog dat de aldus samengestelde krijgs macht niet al te sterk zijanders rukt men het heele leger uit el kaar, want de „very best men" d. z. dappere onvermoeide soldaten, die goede schutters zijn, vormen in geen enkel leger de meerderheid, en een troep welke die elementen moet missen verliest daardoor alleen reeds een goed deel van hare militaire waarde. De aanwezigheid van een groot aantal dappere en goed geoefen de soldaten in de gelederen van eene krijgsmacht is zeer zeker een onschatbaar voorrechtmaar het mag toch niet worden voorbij gezien dat het gemis van taktisch verband in een troep, bij elkaar gehaald op de aangegeven wijze, een belangrijk nadeel isde gevol gen daarvan zullen te belangrijker zijn naarmate men te doen heeft met een goed georganiseerden weerstand van een dapperen vijand, van goede vuurwapens voorzien, al bestaat dan ook die vijand uit ruwe en onbeschaafde volksstammen. Het blijft toch altijd en overal waar dat„quatre braves, qui ne se „connaissent pas, n'iront point franchement a l'attaqued'un lion; qua-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 247