888 uit officieren van alle wapens (hoofdofficieren en kapiteins) en is als volgt samengesteld voor geheel Britsch-Indië 1 chef, Luitenant-Kolonel, (Director of Garrison Instruction in India) 6 instructeurs, Majoors eu Kapiteins, (Garrison Instructors) te Agra, Rawal Pindi, Umballa, Bangalore, Poona en Lucknow. g. De inspectie der gymnasia. De hiermede belaste officier bekleedt geene civiele, maar eene militaire betrekking, is een hoofdofficier op dit oogenblik een Majoor der Britsche Infanterie en draagt den titel van Inspector of Gymnasia in India. h. Departement van Militair Onderwijs. (Army Education Department). Zooals uit het bovenstaande blijkt, is deze tak van dienst afge scheiden van die, vermeld sub f. eu g. Aan het hoofd er van staat een hoofdofficier, die den titel draagt van Superintendent der Britsche militaire scholen (Superintendent of British Army Schools). Hem zijn toegevoegd voor geheel Britsch-Indië 1 superintendent, Luitenant-Kolonel, voor de Inlandsche Milit. scholen (Superintendent of Native Army Schools), 1 assistent-superintendent, civiel ambtenaar, en 3 onder-inspecteurs, civiele ambtenaren. i. Materieel der Artillerie (Ordnance Department). De chef daarvan staat, zooals hierboven is gebleken, aan het hoofd eener afdeeling van het Departement van Oorlog en Marine. Behalve de 3 daarbij genoemde autoriteiten, telt deze tak van dienst voor geheel Britsch-Indië het navolgende personeel 3 inspecteurs-generaal voor het materieel (Inspectors General of Ordnance), Generaal-Majoor, Kolonel en Majoor, respectievelijk voor de gouvernementen (presidencies) van Bombay, Madras en Bengalen. 1 plaatsvervangend inspecteur-generaal (Deputy Inspector-Ge neral of Ordnance)Luitenant-Kolonelvoor Beugalen 3 assistent-inspecteurs-generaal, Majoor, Madras, 5 commissarissen der le klasse, (Kolonel, Luitenant-Kolonel, Majoor), 6 commissarissen der 2e (MajoorKapitein) 9 commissarissen der 3e (KapiteinLuitenant) 3 commissarissen der 4e (Luitenant).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 275