904 In het, op last van het departement van oorlog in Nederlandsch- Indië uitgegeven, zoo even genoemde leerboek, waarvan ik den lang- dradigen titel niet telkens zal naschrijven, doch in den verderen loop van mijn opstel kortheidshalve Y zal noemen, is reeds de aandacht op deze, ook hier door mij bedoelde oorzaken van spreiding geves tigd. Op blz. 2 en 3 immers wordt het navolgende gelezen „door verschillende oorzaken zullen van een zeker aantal schoten „uit éénzelfde geweer met dezelfde vizierhoogte en onder zooveel „mogelijk dezelfde omstandigheden gedaan, geen twee kogels dezelfde „baan volgen; men moet zich dus volstrekt niet voorstellen, dat men, „de vizierhoogten bepaald hebbende, nu ook in den vervolge bij elk „schot uit het tot de proef gebezigd geweer het mikpunt zal treffen." Yolkomen juist. Zoo zag ik op de Waalsdorpsche vlakte met den electro-ballisti- schen chronograaf van den Belgischen kapitein der artillerie Le Bou- lengé, eenige metingen verrichten, o. a. 10 met de bij het Neder- landsch Beaumontgeweer behoorende patroon nr. 2 en bleek mij, dat op 25 M. afstand van de monding van het geweer, de snelheid van den eenen kogel 20 M. per seconde meer bedroeg dan die van den anderen. (1) Vindt men nu reeds, op hetzelfde tijdstip, bij opvolgende schoten, uit éénzelfde geweer, zulk een betrekkelijk groot verschil in snelheid, uit den aard der zaak wordt dat verschil nog grooter, wanneer men vergelijkingen maakt met bij verschillende temperatuur met verschil lende geweren, verkregen uitkomsten. (2) Het gevolg van verschil in warmtegraad van den loop en van den dampkring, van ongelijke wrijving van het projectiel langs de zielwanden, van ongelijkheid in samenstelling der munitie zijn dan ook al te gader oorzaken, dat de aanvankelijke snelheid niet alleen met den dag en het wapen, maar ook met één en hetzelfde wapen op (1) Van de 10 metingen was de gemiddelde snelheid per seconde 439, 8 M. Ver mits de aanvankelijke snelheid iets meer bedraagt dan die op 25 M. van de monding, kan zij de aanvankelijke veilig op 450 M. worden gesteld. (2) De kapitein J. E. H. Hanckar vermeldt daaromtrent op blz. 9 van zijn ^Ver mogen en gebruik der hedendaagsche handvuurwapenen"dat op 6 September 1883 een verschil verkregen werd van niet minder dan 38,5 M. per seconde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 291