916 -
De breedtespreiding, die met den afstand toeneemt, is op niet al
te korte distantiën reeds zoo groot bij 'middelmatig geoefenden in
den regel 3 maal het aantal honderdtallen M. van den afstand), dat
de meeste schoten op eene flankcolonne met verdubbelde rotten ter zijde
vallen, waartegenover op verre na niet te rekenen is het meerder
aantal treffers in de grootere diepte dier smalle colonne.
Op eene compagnie uit de flank (1 M. breed 60 M. diep en 1,7
M. hoog) werd bij eene andere gelegenheid niet eens I treffers ver
kregen van die op de compagnie in linie, terwijl op eene sectieco
lonne li maal meer treffers kwamen dan eveneens op eeue in linie
geformeerde compagnie.
De meest kwetsbare formatie is dus de sectie- of pelotonscolonne
(als n. 1. het front van de sectie of van het peloton ongeveer met
de breedtespreiding van den afstand, waarop gevuurd wordt, overeen
komt) daarna volgt de compagnie in linie en ten leste best, de com
pagnie uit de flank op 4, kan het zijn op 2 gelederen.
Omdat echter nu eenmaal een troep maar hoogst zeldzaam den
vijand kan blijven naderen, zonder zelf op dezen terug te vuren,
moet men ten laatste wel uit de flankformatie in een anderen vorm
overgaan, die de eigen geweren in de vuurlinie brengt.
Het wachtwoord voor de infanterie is dus, om, zoolang men zelf
niet op den vijand wenscht te vuren, met een zeer smal front te
naderen, op 4 gelederen uit de flank, zoo noodig op 2 gelederen.
De nog niet lang geleden, in het kamp van Beverloo in België,
door den kapitein van het isTederlandsche leger Hanckar bijgewoonde
proeven, hebben ongeveer in gelijkluidenden zin beslist.
Ook daar in België heeft men ervaren
1°. dat de gesloten pelotonscolonne (men heeft daar 3 pelotons
per compagnie) op alle afstanden de meest kwetsbare formatie was,
2°. dat de compagnie uit de flank op grooteren afstand dan 600
M.de minste verliezen gaf en
3°. dat op de kortere afstanden binnen de 600 M. de linie te ver
kiezen was.
De restrictie, in het Belgisch leger gemaakt, ten opzichte van de
aan de flank eerst op 600 M. te geven voorkeur boven de linie,
spruit voornamelijk voort uit de omstandigheid, dat de Belgen het met