919 bij de Schietschool zag en hoorde dan zoude ik tot de navolgende stellingen besluiten 1°. de totale dieptespreidiug van het bundelschot, die bij minder geoefeuden ongeveer 400 M bedraagt, doet de plaatsing van het 500 eene troependeel achter het andere binnen de ruimte van 250 M. zeer ontradende echiquierformatie wordt dan verkieslijk, om te voorkomen dat de eene troep de kogelvanger wordt van de voor haar zich bevindende schijfdoelen 2°. met het oog op de mate van kwetsbaarheid der onderscheidene formatiën, komt het voordeel aan: a. de compagnie uit de flank, met het front naar voren b. de compagnie in linie en c. de compagnie in pelotons- of sectiecolonne. 3°. het salvovuur blijft, zoolang de vuurdiscipline daartoe in staat zal stellenimmer preferent op het tirailleurvuurterwijl eerstge noemd vuuralleen ten koste van zeer veel patronenvoor indivi dueel- en snelvuur iu trefuitkomsten onder doet 4°. het door officiereu en minder kader leeren bepalen van goede opzethoogten en het oordeelkundig aangeven van mikpunten, in ver band met derivatie weer en windis van zeer veel belang. Aangaande mijne resumtie bij punt 1 geldt de paradox, dat niet zeer goede, maar slechts middelmatige vijandelijke schutters noodza ken in de echiquierformatie tot hen te naderenwijl alleen van de minder goede schutters kan worden verwacht, dat hun bundelvuur 400 M. totale dieptespreiding heeft en zij, wel beschouwd, dus eene strook onveilig makendie 2 maal langer is dan die bij goede schutters. Een vuurleider, die zeer goede schutters onder zijne bevelen heeft, heeft ook hare grens. Waarheid is, dat de in dit opstel bedoelde, aan de schiet school gedetacheerde officieren tal van andere proeven bijwoonden, waarvan hier door mij geen enkel woord is gezegd geworden, b. v. vuren tegenover oprijdende artillerie. Om nagenoeg dezelfde reden werd in dit opstel niets gezegd van infanterievuur te genover cavalerie, dewijl de appreciatie van zulke mededeelingen uit den aard der zaak voor den officier van het Indisch leger uit een praktisch oogpunt, niet groot kan zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 306