644
keerd in de nieuw geannexeerde streken, die vóór de komst der
troepen door ernstige woelingen werden bedreigd.
Ook buiten de grenzen werd de overmacht van het Gouvernement
erkend, en had men bij de bevolking de overtuiging gevestigd, dat
verzet voor haar op den duur onmogelijk is.
De meeste hoofden van Lagoe boti, Si Goempar, Si Lain, Persambi-
lan en Si Torang deden den eed van onderwerping, ook hoeta Paon
knoopte daartoe onderhandelingen aan, terwijl Si Goempar verzocht
geheel te worden ingelijfd.
Er werd dus weder een stap gedaan op den weg, dien de Regeering
sedert 1878 heeft ingeslagen en die tot de geheele inlijving der uitge
strekte Bataklanden moet voeren.
De wet der noodzakelijkheid tot voortdurende uitbreiding van
gezag, waaraan koloniale mogendheden zijn onderworpen, zal zich
ook hier doen gelden. De annexatie der Bataklanden is eene ge
beurtenis, die in de toekomst niet kan uitblijven. Zjj zal plaats heb
ben op vreedzame wijze waar het kan, op gewelddadige wijze waar
het moet. Bij de voortdurende twisten en verdeeldheid aan de be
woners dezer landen eigen, zullen wij nog meermalen genoodzaakt
zijn de wapens op te vatten, al ware het alleen tot bescherming der
rechten van hen, die, vertrouwende op de macht der Regeering, vrij
willig hare onderdanen zijn geworden.
Verplaatsing der landgrenzen en uitbreiding van gebied zijn daar
van het onvermijdelijk gevolg.
Het Gouvernementsbesluit van 16 Januari 1883 N°. 21 is een
beteekenisvolle stap op dien weg, die volgens de logica der feiten
door anderen gevolgd zal worden. Elke bladzijde onzer koloniale
geschiedenis levert daarvan het bewijs.
Wellicht dat enkelen onder de lezers van dit opstel, ter zijner tijd
geroepen zullen worden, een werkzaam aandeel te nemen in de gebeur
tenissen welke de toekomst thans nog in haren schoot verborgen houdt.
Voor die lezers meenden wij met de mededeeling van bovenstaande
krijgsverrichtingen geen onnut werk te verrichten.
D. Dietz.
Kapt. der infanterie.