934 Bovendien verkrijgt men, bij grofmalenvan eene hoeveelheid van 100 KG graan niet meer dan 68 tot 70 KG. slechts gedeeltelijk ze- melvrij meel, omdat bij de afscheiding der zemelen, verschillende daaraan klevende bestanddeelen, welke echter voor de voeding zeer belangrijk zijn, verloren gaan. Tenzij men zich die groote verliezen wil getroosten, kan de grof- maal methode dan ook alleen worden toegepast, wanneer men alle zemelen in het meel wenscht te behouden, hoewel zij ook in dit ge val geen aanbeveling verdient, omdat, behalve de zemelen, nog an dere bestanddeelen van den korrel te grof verdeeld worden. Tegenwoordig geschiedt het fijnmaken van het graan bijna alge meen, hetzij door de hoog-hetzij door de ^totmaalmethode. Bij het koogmolendat voornamelijk in Engeland en Duitschland doch vooral in Oostenrijk-Hongarije en Noord-Amerika wordt toe gepast, wordt het graan door achtereenvolgende bewerkingen of maal gangen fijngemaakt. Daarbij worden de molensteenen, walsen of an dere werktuigen na iederen maalgang een weinig dichter bij elkander geplaatst, zoodat steeds fijner meelsoorten verkregen worden. Ka iedere bewerking, worden de verkregen producten, zoowel door zeven als door het aanwenden eener luchtstroom, van elkander geschieden. Elke maalgang levert dus één of meer producten op, waarvan de deeltjes niet alleen in grootte, doch ook in soortelijk gewicht over eenkomen, welke producten, ieder afzonderlijk, op nieuw gemalen en weder gezeefd kunnen worden. Het hoog malen heeft dus ten doel, om, van eene zelfde graansoort, onderscheidene soorten meel te verkrijgen. Bij het platmalen daarentegen, worden de molensteenen, walsen enz. reeds van den aanvang af op den, voor het verkrijgen van meel, vereischten afstand van elkander geplaatst. Bij de toepassing dezer methode, die hoofdzakelijk in NederlandBelgie en Frankrijk in gebruik is, wordt het graan derhalve reeds bij den eersten maalgang, voor een groot gedeelte, tot den gewenschten graad fijngemaakt. Ka afkoeling, wordt dit gedeelte door zeven of builen afgescheiden, ter wijl de rest aan eene tweede maling wordt onderworpenmeestal worden deze bewerkingen voor een derde en somtijds zelfs voor een vierde maal herhaald.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 321