940 reeds gezonder dan de plek, waar de kazernes gebouwd zijn; onze soldaten zullen dan ook meer te lijden hebben van de vrije nachten in het kwartier doorgebracht dan van het betrekken der genoemde wachtposten. Met geringe kosten zou men in de nabijheid van het kettingkwartier een gebouw kunnen daarstellen tot vei blijf van de pradjoerits, met de bewaking der voornoemde inrichtingen belast. Het aantal in dienst te stellen pradjoerits zou in mindering moeten komen van een zelfde getal infanteristen, en wellicht dat, bij eene nauwgezette overweging van de te verrichten overige wachtdiensten, het infanterie-garnizoen zelfs nog iets kleiner zou kunnen worden. Onder anderen zou o. i. met een nachtkast voor de woning van den plaatselijken militairen commandant, die de kas van den raad van administratie moet bewaken, kunnen worden volstaanwaar thans een schildwacht 24 uur dienst doet. Op den dag is toch een aanval op de in die voorgalerij vastgemetselde kist vrij wel onmoge lijk, vooral daar de hoofdwacht zich vlak voor de woning van den majoor bevindt. Gedoogt de artillerie dus geen en de infanterie slechts luttel ver mindering, ook de overige diensten en inrichtingen kunnen weinig daartoe bijbrengen. Men kan echter het garnizoens geweermakers atelier opheffen, zoodra eene spoorverbinding met Djokjokarta verkre gen is en de wapenen dus derwaarts ter reparatie kunnen worden opgezonden; groote finantieele consequentiën zijn aan dien maatregel niet verbonden, daar het tegenwoordige atelier en wapenmagazijn uit tijdelijke materialen bestaat, en waarschijnlijk toch eerlang door een steenen gebouw zal moeten vervangen worden. Evenzoo zou bij de geuiedienst met één officier kunnen worden volstaan, wanneer er alleen sprake is van het onderhoud der bestaande militaire gebouwen. Alles te saam genomen is echter de voor het garnizoen voorge stelde vermindering van luttel beteekenis en wordt daardoor niet op afdoende wijze voorzien in de noodzakelijkheid om den militair voor koortsen te behoeden. Daarom richten we het oog naar elders, en wel naar Babakan. Het kampement te Babakan, waar jaarlijks eene compleete bat terij artillerie kampeert, ligt op een afstand van \1\ paal van Tji- latjap verwijderd. Het valt niet te betwisten dat men er veel min-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 327