952 Bij' die herdenking had o. i. in de eerste en voornaamste plaats het zeer vele schoone en goede, dat onze militaire orde nu nog heeft, moeten worden vooropgesteld en slechts in de tweede de gebleken, welke haar aankleven. En wie zal ontkennen dat in het „Voorheen en Thans" het om gekeerde het geval is, wie zal ontkennen dat sommige gedeelten dier brochure geschreven zijn met eene bitterheid die wellicht door velen niet verwacht werd bij de herdenking van een feestdag als den 30sten April 1885. Maar er is nog meer. Straks werd reeds gezegd dat de gebreken welke de Orde aankleven voor de meeste leden er van niet onbekend zullen gebleven zijn. Maar toch zullen er in de mindere rangen van Vloot en Leger nog vele leden der Orde zijn, die van die gebreken niet weten en die, uitsluitend lettend op de woorden voor moed beleid en trouwdie op hun ridderkruis prijken, nog in de illusie verkeeren dat ze leden zijn van een Orde, die nog overal hoog in aanzien is. En voor de zoodanigen hopen wij dat ze geen kennis zullen nemen van enkele deelen van het geschrift van den Overste V. omdat het in hun oog de waarde van de Orde zou verkleinen, voor wier bezit juist door deze klasse van Ridders zoo buitengewoon veel is moeten worden verricht. Maar hoe dit alles ook zij, het gedenkschrift blijft voor ons niet tegenstaande enkele bladzijden, die wij er niet in gewenscht hadden, een belangrijk werk, waarvoor wij den schrijver erkentelijk moeten zijn en dat volkomen verdient in nadere beschouwing genomen te worden. De mededeeling van den hoogst treurigen toestand van het archief der Orde, doet de schrijver nog in zijn „voorwoord" volgen door een betoog over den zeer ongelijken maatstaf, die gebruikt wordt bij toekenning of onthouding van het kruis der Ordewaardoor niemand die in den strijd door Moed, Beleid en Trouw heeft uitgeblonken, gewaarborgd is tegen partijdigheid, persoonlijke vooringenomenheid, willekeur of onrecht. Herhaaldelijk kwam bij het verder doorlezen der brochure de vraag bij ons op, of bij het ter neer stellen dier woorden door den schrijver

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 339