(147
betrekking tot de krijgsmacht van .Nederland stond, als zulks thans
sedert vele jaren het geval is.
Naar het feit te oordeelen, dat, na het verlies van Java in 1811,
vele officieren van het Indisch leger bij de Nederlandsche regimenten
andermaal werden ingedeeld, mag namelijk worden ondersteld, dat
van de in der tijd naar Java (en de Kaap de Goede Hoop) gezonden
regimenten, althans de kaders gerekend werden tot de Nederlandsche
krijgsmacht te blijven behooren.
Sedert het jaar 1817 echter verhoudt zich, naar het schijnt, het
Indisch leger tot dat in Nederland als zulks heden ten dage het geval is.
Wij hebben vermeend met een enkel woord deze historische bij
zonderheden omtrent de onderlinge verhouding der beide legers in
Indië en in Nederland ter sprake te moeten brengen, zonder nochtans
aan deze onze beschouwingen tevens eenige waarde te willen toe
kennen voor eene actueele oplossing van het onderwerpelijk vraagstuk.
Gelijk in der tijd de gepensionneerde kapitein W. A. Van Rees in
een in hetzelfde jaar 1859 verscheuen vlugschrift aan den overste
De Salis opmerkte, bewijst de omstandigheid, dat van alle Rijken in
Europa, alleen Nederland een afzonderlijk koloniaal leger heeft, nog
volstrekt niet het verkeerde van dien maatregel.
Men wane bovendien niet, dat in andere Rijken, die koloniën te
beveiligen hebben, alle militaire bevelhebbers het over de doelmatig
heid van hun koloniaal stelsel eens zijn; met andere woorden, dat zij
het Nederlandsch stelsel, orn het koloniale leger van dat in het moe
derland af te scheiden, verwerpen.
Hooren wij b. v. slechts den Franschen maarschalk De Saint
Arnaud, die gedurende 15 jaren in Algiers oorloogde en in 1852,
als Minister van Oorlog, het navolgende aan den President der Fran-
sche Republiek schreef:
Monseigneur
Le temps et 1' expérience de la guerre en Algérie ont con-
sacré quelques principes, dont votre gouvernement, justement préo-
cupé des grands intéréts qui se rattachent a cette question, veut
poursuivre l'application successive. L' un des plus féconds de ces
principes, au point de vue militaire proprement dit, comme au
point de vue économique, est celui de la ■permanence appliquée