966 Zonder nu in het minst het dappere gedrag van zulk een brand weerman te willen onderschatten, komt het ook mij voor, dat een voor het vaderland gesneuveld soldaat, korporaal of onderofficier van officieren wil ik nu eens niet gewagen evenveel aanspraak er op heeft „dat men in Nederland ten minste eenige notitie van zijn sneuvelen neme.'''' Wat nu de portretten van Eigen Haard betreft, zij mogen volgens veler meening niet zoo net gereproduceerd zijn gelijk men daarvan vele voorbeelden in andere geillustreerde tijdschriften ziet, in ieder geval herkennen wij zonder moeite daaruit onze in den strijd geval len vrienden en bekenden, terwijl bovendien onder ieder portret ver meld staat de naam, de datum van geboorte en overlijden, zoomede de affaire, waarbij de officier gesneuveld of verwond geraakt is. De redactie die bij het publiceeren der eerste serie zich aanbeval voor de toezending van een 24 tal portretten van die officieren, waar van zij nog geene afbeelding machtig was kunnen worden, schijnt daarin sedert reeds volledig te zijn geslaagd, ten minste in de vol gende seriën troffen wij reeds portretten der als mankeerend opgege- venen aan, terwijl geene nadere aanvraag van nog ontbrekenden volgde. Yan de dooden wend ik mij naar het levend geslacht, voor het oogenblik nog wel naar dat van het leger in het moederland, in welks officierskorps in het bijzonder dat der infanterie onlangs op pro- motiegebied bij wijze van spreken, een meteoorsteen is komen te vallen, die verbazend veel schrik en ontsteltenis te weeg heeft gebracht. Yoor ik mij daaromtrent verder verklaar, wil ik de mededeeling niet in de pen houden, dat het aanwezen in Indie van een zoo groot aantal van het Nederlandsche leger gedetacheerde officiereu mij er toe gebracht heeft, aan een confrère in Nederland de vraag te richten, of deze al te met mij het interessante militaire Nederlandsche nieuws van tijd tot tijd zou willen mededeeleneene vraag, waarop al dadelijk een bericht gevolgd is, waarvan ik u thans den hoofdinhoud ga blootleggen. Dat nieuws geldt de laatste voorjaarspromotie tot den rang van majoor, bij welke gelegenheid een paar infanterie-kapiteins in bevor dering zijn voorbijgegaan, die zich zoo stevig in den zadel waanden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 353