- 974 -
tegen het Paseische rijk, welks grondgebied hij in drie maanden
tijds onderwierp. Alleen het Portugeesche fort bood nog eenigen
tijd dapperen wederstand, doch moest ten langen laatste voor de over
macht bukken, juist op het oogenblik dat eene vloot met levensmid
delen en munitie en een landleger van duizend man van den vorst
van Aroe tot ontzet der Portugeezen kwam opdagen.
Sedert de Atjehsche overheersching geraakte Pasei meer en meer
in verval en verloor het de eenheid, die het vroeger tot macht en
aanzien had gebracht. De zooeven bedoelde negen staatjes, die ie
der hun eigen hoeloebalang hebben, zijn de overblijfselen van het
voorheen zoo bloeiende Paseische rijk, waarvan slechts de naam is
overgebleven.
Van de oorzaken, die tot deze verbrokkeling aanleiding hebben
gegeven, alsmede van de geschiedkundige gebeurtenissen onder het
sultansbestuur, is niets bekend.
Het landschap Pasei bestaat, zooals boven gezegd, uit negen af
zonderlijke en van elkaar onafhankelijke staatjes, ieder bestuurd door
hunnen hoeloebalang, die in der tijd slechts den sultan van Atjeh
boven zich erkende.
Het denkbeeld van vroeger een rijk te hebben gevormd, schijnen
de Paseiers echter niet geheel en al te hebben kunnen vergeten,
te oordeelen naar de bondgenootschappelijke verhouding, die tusschen
de verschillende staatjes bestaat en die ten doel heeft het verleenen
van hulp bij een oorlog van een der staatjes tegen een buitenland-
schen vijand.
Bij onze jongste en hieronder te behandelen expeditie naar Ge-
dong, is die samenwerking niet achterwege gebleven.
De namen der negen landschappen, alsmede de titels hunner hoe-
loebalangs zijn
1. Gedong, hoeloebalang Toekoe Tjihik Gedong.
2. Beloek, T. Imam Balei Beloek.
3. Bajoeh, Kedjoeroean Bajoeh.
4. Kroeng Pasei, T. Hakim Kroeng Passeij.
5. Pematang Koeli, T, Kedjoeroean Pematang Koeli.
6. Samakoeroe, 1'. Hakim Kroeng Samakoeroe.