978 mede verbonden staatjes tegenover onze troepen in het veld bracht, moesten de Pasei streken talrijk bevolkt zijn. Ook de wijze waarop de kampong Blangpria in weinige dagen tjjds in staat van tegenweer werd gebracht, getuigt zulks. Deze kampong, wier Noord- en Westzijde vooral aan een aanval blootstonden, was op den 4e Juni 1878 niet meer versterkt dan een van de andere kampongs, en daarom werd zij ook slechts zwak ver dedigd en was ons geweer- en mortiervuur voldoende om den vijand daaruit te verdrijven. Den 7" Juni s morgeus, dus 2 dagen later, was Blangpria reeds zoodanig versterkt en bezet, dat drie compagniëen infanterie, die ar tillerie bij zich hadden, daarvoor het hoofd stieten. Den 19" Juni was dezelfde kampong als 't ware in eeu geregelde vesting herschapen met bastions en vooruit geschoven werken in haar front [Noordzijde] en op de flanken. Slechts door omtrekking na een langdurig en krachtig artillerie-vuur was zij te nemen. Overi gens duidden ook andere zaken genoegzaam aan dat men hier met een talrijke en werkzame bevolking te doen had, zooals de uitge strektheid der sawahs, waarvan geen enkel plekje braak lag, het nette en goed onderhouden voorkomen der kampongs, huizen, enz. Dat hier een talrijke veestapel moest geweest zijn bleek uit de groote massa gecreveerd rundvee, die nog dagelijks de rivier afzakte, niet tegenstaande de veeziekte reeds eenige maanden geheerscht had. De zen rijkdom aan vee hebben de Paseiers voornamelijk te danken aan hun handelsverkeer met de Gfajoes, die een overvloed van vee moe ten hebben. De goederen, die zij dezen aanbieden, halen de Paseiers van Te- Telok Semawé en Kerti, waar een drukke scheepvaart en kusthan del bestaat. Het staatje Blangmei, dat vroeger onder Gedong behoorde, maar onder den energieken T. Moeda Angkassa, zich vrij heeft weten te maken, is, in vergelijking van de andere Paseische landschappen, een klein, onaanzienlijk staatje met eene verarmde bevolking, weinig hulpbronnen en luttel scheepvaart. De bewoners zijn voortdurend in oorlog met Gedong om de hier-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 363