983 de verdrijving van Toekoe Moeda Angkassa en de in bezit name van zijn kolonie Merbau door T. Paija. Dit gebeurde in 1869. Edi, meer dan ooit van de noordzijde bedreigd, bood in dat jaar, door bemiddeling van den Pangeran van Langkat (Afdeeling Deli) zijne on derwerping aan het Nederlandsch Indisch Gouvernement aan, welk aan bod, later herhaaldelijk vernieuwd, in Mei 1873 werd aangenomen. Ofschoon, door kracht van wapenen uit zijne nieuwe bezetting ver dreven, was T. Moeda Angkassa er echter de man niet naar, om zich bij zijne verdrijving neder te leggen. Als dapper krijgsman, zelfs als onkwetsbaar bekend staande, voel de hij als afstammeling van de aloude heerschers over het Pasei- sche rijk, zich ten diepste gekrenkt over zijne nederlaag. De her overing van Merbau, het nemen van revanche op Tandjong Seman- toh en ook op Simpang Olim, werden sedert voor hem levensdoel. Na te vergeefs getracht te hebben in het Tamiangsche volk te werven voor een expedirie tegen T. Paija, stelde hij alles in het werk om op een goeden voet te geraken met het Nederlandsch In disch Gouvernement, waarin hij reeds den toekomstigen souverein van Atjeh zag. Kort na onze vestiging in Edi in Mei 1873, was hij een der eer sten om onze souvereiniteit te erkennen. Dat dit hoofdzakelijk geschiedde om te gemakkelijker zijn doel te bereiken, bleek al spoedig uit zijne dringende verzoeken om met ei gen troepen, maar met eenigen materieëlen steun van het Gouver nement, zijne en tevens onze vijanden den oorlog aan te doen. Daar onze politiek volkomen hiermede overeenstemde, werd aan het ver langen van T. Moeda Angkassa ten langen laatste voldaan, maar zekerheidshalve ook onzerzjjds de noodige troepenmacht te Edi ver- eenigd, om wanneer het mocht blijken dat T. Moeda Angkassa niet tegen zijne vijanden was opgewassen, te goeder tijd tusschen beide te komen. Deze voorzorg bleek niet onnoodig te zijn, daar T. Moeda Angkassa bij zijn eerste oprukken tegen den vijand, van uit Edi, eene volkomen nederlaag leed. Ten tweeden male oprukkende, maar nu in het noorden door eene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 368