Door de evengemelde gebeurtenissen, waardoor zich ons gebied
ter Oostkust aanmerkelijk had uitgebreid, waren behalve te Edi, ook
te Simpang Olim, Tandjong Semantoh en Blangni (in het Merbausche)
militaire posten opgericht.
Te Edi was aanvankelijk eerst tijdelijk (September 1873) en later
voor vast (Mei 1874), een compagnie infanterie uit Deli (11° Ba
taljon) in bezetting gelegd, in de oude Edische versterking aan den
mond der Edi rivier'.
Toen door de volgende gebeurtenissen allengs het geheele linker half
12e bataljon infanterie ter Oostkust was aangekomen, werd de com
pagnie uit Deli naar haar garnizoen teruggezonden en vervangen door
l'/2 compagnie van genoemd korps, waarvan de overige compag
nieën in bezetting kwamen op de zoo even genoemde punten Simpang
Olim, Tandjong Semantoh en Blangni.
In het begin van 1878 was de politieke toestand in de pas on
derworpen streken reeds zoo gunstig, dat in verband daarmede de
krijgsmacht aanmerkelijk kon worden verminderd en er tot hand
having van ons gezag en het bewaren der rust, 11 2 compagnie in
fanterie te Edi, in de inmiddels >/2 uur binneuslands gebouwde ver
sterking en een halve compagnie te Tandjong Semantoh, voldoende
werden geoordeeld. Dientengevolge werden de posten Simpang Olim
en Blangni opgeheven, het linker half 12e bataljon infanterie, door
insmelting met het rechter half 12e inmiddels 12e bataljon infanterie
geworden, Groot Atjeh als garnizoen aangewezen en door reorga
nisatie van het le garnizoens-bataljon in Atjeh en onderhoorigheden,
de 4e en 5e compagnie van dit korps te Edi en Tandjong Semantoh
in bezetting gelegd.
Een en ander had in den loop van April 1878 plaats.
Ter nauwernood was echter deze nieuwe regeling in werking ge
treden en koesterde men de gegronde hoop dat de rust ter Oostkust,
waartoe ook Pasei behoorde, nu voor goed gevestigd zou zijn, of
de zaken namen plotseling een andere wending.
Krijgsverrichtingen in Edi.
In het begin der maand Mei 1878, heerschte er onder de bevol
king van Edi de grootste onrust.