986 Van verschillende zijden waren berichten ingekomen dat Atjeh- ers uit de Gajoe landen, in verbinding met personen uit Ge- dong en Pasei, het voornemen hadden onze vestigingen in Edi aan te vallen. Ook was Panglima Prang-Ma Oesin in het Edische teruggekeerd. Deze persoon, vroeger Panglima Prang in dienst van den radja van Edivocht gedurende de operatiën tegen Tandjong Semantoh aan onze zijde, doch destijds niet veel moed betoond hebbende en door de zijnen beschaamd gemaakt, verliet hij later onze partij en begaf zich naar Groot Atjeh. Aldaar ontving hij van Panglima Polim een aanbevelingsbrief voor de ons vijandig gezinde hoofden, voorzien van den „Tjap Sembilan", welk schrijven hij bezigde om zich in de Gajoe-landen invloed te verwerven. Zulks gelukte hem en weldra had hij vele Atjehers uit die streken tot eenen vijandelijken tocht naar Edi weten over te halen. Met hem vereenigde zich Nja Baroen, zoon van Panglima Kaoem Blang Kabo, Ketoea van Gedong, reeds vroeger bekend door zijne groote vriendschap met Habib-Abdul Rachmanwelken laatste hij op diens reis van Penang naar Atjeh in Juni en Juli 1876, trouw volgde. Naar aanleiding van deze berichten werden de buiten de benteng te Edi staande officierswoningen ontruimd en den bewoners logies in de versterkingen aangewezen, terwijl maatregelen werden genomen om die woningenalsmede het huis van den Assistent-Resident en de Gedei, tijdig te beschermen. De onrust in het Edische vermeerderde door de afwezigheid van den Radja, die naar Batavia was gegaan en niettegenstaande het dringend verzoek van den besturenden ambtenaar te Edi, zijne voor naamste hoofden had medegenomen. Ten einde zijne oude moeder, die bij het volk zeer gezien was en gedurende zijne afwezigheid min of meer als zijne vervangster kon worden beschouwd, te beschermen, werden op verzoek van ge noemd ambtenaar, den controleur lc klasse de Jong, aan Toekoe Bintara Moeda, neef van den radja, een 20 tal Beaumont-geweren met 600 patronen verstrekt. Ook het hoofd van Bogan (Noordelijk van Edi gelegen), T. Ha-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 371