990 het 14" bataljon infanterie, kapitein A. van der Straate, sterk 3 of ficieren, 1 adjudant-onderofficier en 136 minderen. Laatstgenoemd kapitein was bestemd om het militair commando te Edi over te nemen. Deze compagnieën betrokken eenige leegstaande gebouwen buiten de versterking, respectievelijk op 600 en 400 passen daarvan verwijderd. De aanwezigheid dezer macht, alsmede de terugkomst van den Ra- dja van Batavia, bracht reeds dadelijk iu den toestand een groote verbetering. Den 25en Mei werd door den Radja een bevolkings-patrouille van 500 man uitgezonden ter zuivering van zijn gebied. Nja Baroen, nu ziende dat er te Edi niets meer voor hem te doen was, begaf zich daarop naar Pedawa Besaar, dat hem inmiddels geheel was toegevallen. Bij een tocht welke op den 28™ Mei door den militairen comman dant met 200 bajonetten naar Kemoening werd ondernomen, bleek het echter, dat het terrein nog niet geheel van vijanden gezuiverd was, al waren ook de meesten naar elders getrokken. Op den te- rugmarsch een riviertje overtrekkende, werd de colonne onverwachts door eenige Atjehers aangevallen, die echter spoedig op de vlucht werden geslagen met achterlating van een gevangene. Intusschen was de Radja van Pedawa Besaar, Said Mohamad, be vreesd dat het verblijf der vijandelijke benden in zijn land hem bij het Gouvernement in ongunst zou brengen, naar Edi gegaan om van zijne goede gezindheid te doen blijken, niettegenstaande bijna al zijne ketoeas en zijn volk zich bij den vijand hadden geschaard. Daar men nu zekerheid had gekregen waar de vijand zich bevond, werd met Said Mohamad afgesproken, dat een militaire macht zijn rijk zou binnen rukken om dat van vijanden te zuiveren en de onwillige ketoeas, voornamelijk Topang Kaoem Lambait, tot rede te brengen. Yan de noodige gidsen vergezeld, rukte daartoe in den morgen van den 30™ Mei een colonne uit, sterk 1 kapitein commandant (Götz), 7 luitenants (waaronder 1 adjudant-onderofficier dienstdoend offi cier) en 175 bajonetten, samengesteld uit de te Edi aanwezige troe penmacht. Ten 5'/^ uur in den morgen afgemarcheerd, werd eerst het strand gevolgd tot aan de rivier van Pedawa Besaar, die om 8 uur bereikt werden daarna het voetpad naar de Gedei van Pedawa Besaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 375