1010 Ten Blotte behooren wel tot het leger in, maar niet van Bengalen 4 bataljons Bombay Infanterie, 2 Madras 3 eskadrons Bombay Cavalerie, 1 batterij Berg Artillerie en 1 compagnie Genietroepen. Atjeh, Juni 1885. W. C. NIEUWENHUIJZEN. (Slot volgt.) medegerekend, voor Bengalen en onderhoorig- heden329 Voor zooverre de laatstbedoelde officieren niet zijn van de Genie en den Genees kundigen dienst, behooren zij voor de overgroote meerderheid tot het Staff Corps verdeeld in Bengal, Bombay en Madras Staff Corps, waarvan de eischen om daartoe te kunnen behooren, eenigszins verschillen. Tot het Bengal Staff Corps behoorden op 1 April 1885: 3 Generaals, 4 Luitenant- Generaals, 12 Generaal-Majoors, 22 Kolonels-titulair, 266 Luitenant-Kolonels, 125 Majoors, 261 Kapiteins, 263 Luitenants, 7 voorloopig toegelaten Luitenants en 88 beproefd wordende Luitenants. Velen zijn echter buiten Britseh-Indië (met verlof, enz.) Dit corps voldoet aan Indisohe eischen en behoeften. Een daarvan is taalkennis. Ten einde deze te vermeerderen worden gratificatiën uitgeloofd voor goed afgelegde examens (Zie„De beoefening der Inlandsche talen in het Indische leger." Indisohe Gids, 1884). Op 1 April 1885 bedroeg het aantal officieren in Britsch-Indischen dienst, die met gunstig gevolg in een of meer Inlandsche talen examen hebben af gelegd, 500,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 395