ftf! DE SCHIJFSCHIETOEFENINGEN BIJ ONS EN IN DEN VREEMDE. "Was in vroegeren tijd, toen de meeste legers er nog een tromp- laadgeweer op nahielden, waarmede op grooteren afstand dan 800 pas maar zelden geschoten werd, het vuurgevecht, om zijne betrekkelijke onbeduidendheid, slechts voorbereiding van den strijd, terwijl de bajonet daarentegen altijd den kamp beslechtte, dit is sedert in zoo ver gekeerd, dat thans niet het blanke wapen, maar het vuur van beide factoren de meest belangrijke is geworden. De Deensche luitenant Von Leerbech, die een paar jaar geleden een critisch-vergelijkende studie der onderscheidene Europeesche schijfschietreglementen het licht deed zien en aan wiens werk wij hierna nog menige bijzonderheid zullen ontleenen, zegt dan ook al leszins juist van het vuur, dat het ten huidigen dage is „der Allein- herrscher des Schlachtfeldes.' Geldt deze uitspraak meer de slagvelden van Europa van de laat ste 20 jaar en is er tevens grond voor het beweren, dat het ka rakter van onze Indische oorlogen den strijd tusschen klewang, lans en bajonet nog volstrekt niet verloochent, ontegenzeggelijk heeft het vuurgevecht ook bij onze oorlogen al mede eene zeer beduiden de uitbreiding verkregen. De tactiek, welke de Atjehers volgdenin den beginne met hunne klewang-aanvallen en thans met hunne donderbus of hun Beaumont-geweer, bevestigt zulks. Het zijn de vorenstaande overwegingen, die ons tot het schrijven van dit korte opstel noopten, overtuigd als wij zijn dat er over schietoefeningen der infanterie, bij wijze van spreken, eigentlijk nooit te veel kan worden gezegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 396