1013 zien, hoever hij mis geschoteu heeft. De cirkelvorm der schijven verdwijnt, ir.tusschen van lieverlede, en te recht, omdat bij het op grootere afstanden onevenredig toene men van hoogte- en breedtespreiding, het spreidingsvlak van zelf niet den cirkel-, maar den ovaal vorm aanneemt. In Oostenrijk verdienen opmerking een sectieschijf, die met mans- breedten afwisselend wit en blauw gekleurd is, benevens schijven voor het individueele vuur, die gekleurde mansbeelden vertoonen, ook als cavalerist, gezeten op een paard. De heer Yon Leerbech, die over het algemeen bijzonder ingeno men is met het Nederlandsch schijfschietreglement, zegt van de schijven daar te lande „mit grauem Grunde, wie man sie in Hol land hat" dat deze stellig het doelmatigst zijn. Wij veroorloven ons daaraan nog iets toe te voegen. De gemiddelde breedtespreiding bij salvo vuren van het Indisch Beaumont geweer zal, naar alle waarschijnlijkheid, niet veel verschillen van die bjj het Nederlandsch geweer der infanterie men kan dus aanne men dat deze gemiddelde breedtespreiding bij middelmatig geoefenden ongeveer 3 maal het aantal honderdtallen van den afstand bedraagt, waarop geschoten wordt. Als men nu, en te recht, bij de inrichting van schijven als beginsel aanneemt, dat de vurende afdeeling (wij bedoelen hiermede het pe lotons- en gelederenvuur, voorgeschreven bij 17 van de schietoe feningen) ook iets van haar fouten zien moet, dan moet dus het doel van een zoodanig gesloten vuur op 300 pas 300 X 0.63 M. 189 M. reeds minstens 5.67 M. bedragen en behoort men in zoodanig geval reeds 12 eenmansschijven naast elkaar te plaatsen, om de oefening naar behooren te doen plaats vinden, overeenkomstig de balistische gegevens van het geweer. Om dezelfde redenen moet, op 500 pas vurende, (500 X 0 63 M. 315 M. en^~0031° 9,45 M.) het doel 10 M. breed zijn. Wij nemen de vrijheid hierop de aandacht te vestigen, juist omdat men bij het Indisch leger de vrijgevige bepaling heeft, dat het aan tal schijven, hetwelk bij eene compagnie of detachement aanwezig is, ter keuze van den korpscommandant naar localiteit en omstan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 398