1029 „als das Mehl; der Yortheil aber, sie aus diesem Gtrunde dem Mehl „zu belassen, wird durch die ungünstige Wirkung auf die Verdauung „aufgehoben." Dat Von Liebig van meening was, dat het scheiden van de zeme len uit het meel eene zaak van weelde en voor de voeding eer voor- dan nadeelig is, moet dan ook alleen daaraan worden toegeschreven, dat door hem geen rekening werd gehouden met de weinige ver teerbaarheid van de zemelen en evenmin met den nadeeligen invloed, welke zij in het algemeen op de vertering van de opgenomen spij zen uitoefenen; bovendien is het de vraag, of het verschil in voe dingswaarde tusschen het meel met en zonder zemelen aan Von Lie big wel recht duidelijk is geweest. Vele van zijne voedingstheoriëen kunnen trouwens in den tegenwoordigen tijd als geheel verouderd beschouwd worden. De wetenschappelijke gronden, welke thans nog door enkelen voor het behoud van de zemelen in het brood worden aangevoerd (1) zijn, behalve den grooten rijkdom aan voedingsstoffen van de zemelen, in hoofdzaak de volgende: fstó p)e hoeveelheid onverteerbare celstof in het brood met zeme len, vergeleken met die in andere voedingsmiddelen, als peulvruchten enz. is betrekkelijk zoo gering, dat deze onmogelijk een bepaald nadeeligen invloed op de spijsvertering kan uitoefenen. 2de De innige samenhang van het brood wordt door de zemelen opgeheven, zoodat de inwerking van de verteringssappen op de spijs- brei krachtiger kan plaats hebben. Bovendien worden, door den me- chanischen prikkel, welke door de zemelen op den maagwand wordt uitgeoefend, de bewegingen van dezen versterkt, waardoor het maag sap krachtiger op de spijs kan inwerken en de spijsvertering dus ver gemakkelijkt wordt. Wat het eerstgenoemde argument betreft, de uitkomsten van de proeven van RiibnerMeijer enz. weerleggen dit geheel. De grove zemelen in het brood oefenen wel degelijk een zeer ongunstigen in vloed uit op de spijsvertering en nu moge dit met den bast van an dere plantaardige voedingsmiddelen eveneens het geval zijn, dan volgt (1) Zie o. a. Dr. Ochwadt. Die Gcsundheits- Pflege des deutschen Soldates. Ber lin 1882. bladz. 16 en volgende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 414