103G
van de bestaande, en oprichting van nieuwe militaire graanmolens,
meer en meer tot den gewenschten toestand te geraken. Hier te
lande wordt de stoommolen van de garnizoens-bakkerij te s' Graven-
hacje met voordeel geexploiteerd, niettegenstaande de in gebruik zijn
de werktuigen zeer verouderd zijn en de inrichting slechts eene ge
ringe capaciteit bezit, waardoor zij dan ook niet meer dan het be-
noodigde voor slechts een zestal garnizoenen kan leveren. Ook deze
molen wordt binnen korten tijd uitgebreid en verbeterd, terwijl bo
vendien het voornemen bestaat eerlang eene dergelijke inrichting te
Amsterdam te bouwen, waardoor alsdan in de behoeften van alle
garnizoenen zal kunnen worden voorzien.
Het komt mij voor, dat het middel tot verbetering van de hoeda
nigheid van het brood voor den Indischen soldaat vooralsnog minder
gezocht moet worden in de oprichting van garnizoensbakkerijen, dan
wel in die van één militairen graanmolen voor het geheele leger.
Alleen wanneer Indië de middelen bezit, om het in centrale bak
kerijen te bakken brood dagelijks en met weinig kosten naar ver
schillende garnizoenen te zenden, zouden de militaire bakkerijen aan
het beoogde doel kunnen beantwoorden. Zoolang het die middelen
mist, zoude nagenoeg elk garnizoen in het bezit van eene eigen bak
kerij moeten zijn. Aangezien deze inrichtingen alsdan evenwel uit
sluitend bestemd zouden zijn, tot de bereiding van het brood voor
de Europeesche militairen van het garnizoen, moet, ook met het oog
op het gering ration dat verstrekt wordt, aan de levensvatbaarheid
van de meesten ten sterkste getwijfeld worden.
Richt men daarentegen één militairen graanmolen op, dan zouden
ten minste de meeste garnizoenen daaruit kunnen worden voorzien
en in de te sluiten contracten voor de levering van het brood alsdan
voor deze garnizoenen de bepaling kunnen worden opgenomen, dat
de aannemers verplicht zijn, het benoodigde meel uit deze inrichting
te ontvangen; hiertoe zoude bijv. in de betrokken garnizoens-maga-
zijnen eene zekere hoeveelheid in voorraad kunnen worden opgelegd.
Hoewel het zeer goed mogelijk is, dat ook aan deze regeling be
zwaren verbonden zijn, komt het mij toch voor, dat zij voor toepas
sing vatbaar is en dat zij, meer dan thans, de zekerheid geeft voor
de goede hoedanigheid van het verstrekt wordende brood, zonder tot