655 naar de inschepingsplaats Soerabaja of van Atjeh naar Padang of Bataviazouden te bestrijden zijn, geven bier den doorslag niet. Er zijn andere bezwaren, welke wij hier te berde moeten brengen. Beginnen wij met hetgeen dienaangaande reeds jaren geleden door den gepensionneerden kapitein Yan Rees werd aangevoerd. Eene fusie van de beide officierskorpsen zal voor Indië neerkomen op eene onophoudelijke aflossing van al, wat eerst goed bruikbaar wordt tegen den tijd, dat de terugreis naar het vaderland weder moet aangenomen worden. „Stel u", zoo schrijft Van Rees, „een ge- „nieofficier voor, die op zijne beurt, na 12 jaar de epauletten gedra- „gen te hebben, naar Indië gaat, en aldaar als eerstaanwezend in genieur belast wordt, op eenig punt in het binnenland of op eene „buitenbezitting een fort te bouwen. Ik geef hem eene halve, zelfs „eene geheele compagnie sappeurs tot zijnen dienst. Hoe zal hij zonder „Indische ondervinding zich werkvolk, bouwstoffen verschaffen om de „eerste tijdelijke woningen op te slaan voor logies van hem en zijn detache- „mentP Hoe zal hij den inlander leeren steenen bakken op zijne wijze, „niet op de hunne (als zij er reeds eenig begrip van hebben) hoe zal hij „kalkgroeven gaan zoeken, de beste tot exploitatie aanwijzen, enz. „enz Ongetwijfeld zal hij het wel leeren; hij kan ook raad vragen „aan een jonger officier, die reeds een paar jaar vóór hem in Indië „was, maar welke verhouding geeft dat? Kan deze toestand, uit den „voorgestelden maatregel voortspruitende, voordeelig genoemd wor- „den? En verder „Er zouden zich geene specialiteiten meer kunnen vormen. „De twintigjarige loopbaan van een Indisch officier is thans nog „voor menigeen te kort, om hem in de verschillende toestanden te „brengen, waarin de officier geweest moet zijn, om alle proeven voor „geheele geschiktheid te hebben doorgestaan, om een alleszins bruik- „baar hoofd - of generaal officier te worden, die aan de menigvuldige „eischen van zijn veel omvattenden werkkring kan voldoen. Wie leert „in 5 jaar de talen en zeden van, de wijze van omgaan met de „verschillende natiën, die onze gelederen vullen of waarmede men op „eene andere wijze in aanraking komt? „Wie verkrijgt in zoo weinig tijd de takt om inlandsche hoofden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 42