65t> „als menschen van aanzien en stand en tevens als ondergeschikten te „behandelen? „Wie kan als civiel gezaghebber op buitenbezittingen of in een „oproerige, half onderworpene landstreek optreden wie als diplomaat „fungeeren en door karakterkennis, door ondervinding vaak middelen „aanwenden, om eene gansche bevolking te bevredigen, waartoe anders „het zwaard getrokken en de schatkist aangesproken moet worden? „Hebben wij niet aan in Indië gevormde militaire specialiteiten den „bloei der schoonste wingewesten te danken?" Tot zoover de heer Van Rees, die er voorts nog met een enkel woord op wijst, hoe hoogst belangrijk eene langdurige Indische ondervinding voor den officier van gezondheid moet worden geacht, om het leven van de in de hospitalen verpleegden te behouden en hoe derhalve eene fusie van de korpsen militaire doctoren bij beide legers al dadelijk te verwerpen is. Stelieu wij ons thans eens voor, dat de officieren van het Indi- sche en Hederlandsche leger één korps uitmaken, en dat voor allen de bepaling geldt, om bij toerbeurt, voor den tijd van 5 jaar bij het Indische leger te dienen, in nagenoeg gelijken zin als thans de zee officier verplicht wordt, zijne hut te Nieuwediep met eene zelfde hut ter reede van Batavia voor den tijd van 3 jaar te verwisselen. Welke zouden de gevolgen hiervan zijn? Even als zoo vele voorbeelden daarvan bij de marine-officieren zouden aan te halen zijn, zullen er tal van land-officieren gevonden worden, die nagenoeg altijdanderen daarentegen, die nagenoeg nooit in Indië zullen dienen. Haast eene Haagsche marine zal er eene Haagsche gemengde bri gade, een Bredaasch regiment, een Kamperbataljon, eene Delftsche artillerie brigade verrijzen, al naargelang de betrokken (passez-nous le mot) hokvaste officieren bij de verschillende afdeelingen van het Ministerie van Oorlog, daarenboven de infanterie-officieren bij de schiet school, het regiment grenadiers en jagers, de koninklijke militaire akademie en het instructie-bataljon, werfdepot of depot van discipline de artillerie-officieren bij de geschutgieterij, pyrotechnie of den artil leriecursus zullen dienen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 43