1070 - Het doel van dit schrijven is, om in het kort na te gaan hoe het muisje er uit ziet, dat die berg van paperassen tot heden heeft gebaard. Laten wij daartoe eens nagaan, waaruit de uniform der infanterie thans feitelijk bestaat. Hoofddeksel, nog altijd dezelfde akelige lakensche chako, zonder eenig versiersel of beschutting voor de geheel aan de tropische zon blootge stelde nekspieren. Als dagelijksch, exercitie-, marsch- en groot-tenue, niets dan een, voor de infanterie, die den koppel met patroontasch over de jas moet dragen opwippendallerdwaast staandvan vijf koperen knoopjes voorzien burgerjasje, van donker blauw, echter na kortstondig gebruik in het heerlijkst paarsch overgaand serge, benevens een dito broek, alles zonder eenig versiersel. Voila tout! Ware eenvoud is het kenmerk van het groote, en dat moet gezegd worden, eenvoudiger kan het zeker niet; al wat de soldaat bij deze ver- andei'ing gewonnen heeft is, dat hij de in de tropen dubbel lastige en knellende tunique kwijt is, waarmede zijn officieren nog steeds prijken. Laten wij eerst eens zien wat er van de stof te zeggen valt, waar mede men nu een geheel leger wil voorzien. Het is een zekere waarheid, dat ieder, die in Indie ooit uitgerukt is, weet, welk een voortreffelijke dracht ons vaderlandsch blauw baai te velde is, mits het van goede kwaliteit zij, niet als die bijvoorbeeld der Atjeh jassen, die in 1879 te Atjeh aan den troep verstrekt werden (daar zij in Nederland immers waren goedgekeurd) en die uit een los weefsel van bedorven en verbrande wol bestonden, bij den eersten regen groen werden en den man, die ze voor goed moest ontvangen, spoedig als tonder van het lijf vielen. Wol is men kan dit in alle natuurkundige leerboeken vinden een slechte warmtegeleider; over dag dus zijn goede baaien jassen, die de zon tegenhoudenbepaald luchtig en des nachts houden ze de warmte in het lichaam, wat in koude nachten zeer te pas komt. Nu zou men toch gerust kunnen zeggen„Mein Liebchen was willst „du noch mehr! Blauw baaien jassen for ever." Daar deze jassen slechts 3.60 kosten, zoo zouden zij, als zij een beetje beter en practischer gefatsoeneerd en voor de infanterie met wat katoenen Nassau-blauw lint of lissen waren afgezet en opgeknapt, in alle opzich ten een hoogst practische kleeding geweest zijn die en dit is hoofd zaak te velde immers zoo goed voldaan heeft. Instede daarvan komt men nu op eens voor den dag met serge jas jes jassen is geen naam voor deze buizen -die bovengenoemde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 455