10S3 75 man van de 2e compagnie van het 14s bataljon debarkeerden het eerst. Deze troepen namen de taak der gewapende sloepen over, ten einde de overige troepen vlugger te kunnen doen debaikeeren. Omstreeks 9 uur 's morgens waren alle troepen der landmacht aan wal; vivres en munitie waren nog aan boord. De troepen werden gelegerd op een tamelijk uitgestrekte vlakte en op zeer droog terrein. Ingevolge ingewonnen berichten kwam de colonne-commandant tot de overtuiging, dat het niet doenlijk was, om met de geheele colonne met haren nasleep tot Mandarsah Topang Kaum Sanding door te marcheeren en werd besloten om den troep te doen opvaren tot Kota Kloembang, en daar het bivouac te betrekken. Eenige Blangmeische prauwen werden bereidwillig tot dit doel door de bevolking afgestaan. Ten 2 ure namiddags waren de troepen der landmacht te Kota Kloembang vereenigd en gelegerd binnen een oude Blangmeische versterking. Behalve de kadjangmatten, was voor een dag vivres aangebracht; doch daar slechts kookgereedschappen voor één compagnie aan den wal waren, duurde het toebereiden van het eten tot laat in den nacht. De zware branding had de sloepen, met de rest der vivres en kookgereedschappen geladen, belet binnen te komen. De le luitenant Schipperheijn was wegens ziekte niet gedebarkeerd. Tegen 5 uur namiddags kwam de landingsdivisie en de gewapende sloepen-flotille bij het bivouac aan. De eerste nam hare plaats biunen het bivouac in. De flotille bestond uit 3 barkassen, ieder bewapend met een getrokken bronzen kanon van 5 Cm. licht3 barkassen, ieder bewapend met een houwitser van 12 Cm. kort, benevens een ambu lance-sloep; alles onder bevel van den luitenant ter zee Stakman Bosse. Al dadelijk werd eene patrouille, sterk 50 bajonetten, onder den le luitenant Helbach in zuidelijke richting uitgezonden, met last het terrein te verkennen en in teekening te laten brengen, waartoe de opnemer de patrouille vergezelde. De wd. assistent-resident Yan Nunen sloot zich met de noodige gidsen bij de patrouille aan. Het Blangmeische gebied mocht in geen geval overschreden worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 468