1087 begeven. Eene sectie der reserve werd aangewezen, om positie te nemen rechts van de landingsdivisie, ten einde den vluchtenden vijand zooveel mogelijk afbreuk te doen door bedaard eenige juiste salvo's te geven. De colonne Le Cocq ondervond bij haren aanval weinig tegenstand, was spoedig binuen de Gedei en gaf de daarin gelegen gebouwen en eene groote hoeveelheid rijst aan de vlammen prijs. De colonne Götz ondervond wel is waar weinig tegenstand uit de Gedei zelve, maar ontving daarentegen een hevig vuur uit eene van het oosten naar het westen loopende sloot, waarlangs een dijkje lag. Toen de sapeurs tevergeefs beproefd hadden, eene opening te hakken in de omheining der Gedei, moest men om uit het vuur te geraken, den vijand van achter dien dijk verdrijven. Götz geeft daarom den last tot stormen. Vol inoed rukt de compagnie voor waarts, het hevige vuur doet de dappere Amboineezen een oogenblik weifelen; Götz, dit ziende, springt onder het commando „attaqueeren" voor den troep, beklimt den dijk en wordt door zijne compagnie gevolgd, waarop de vijand met achterlating van zijne dooden de vlucht neemt. Götz neemt daarna positie zuidwaarts van den genomen dijk, ten einde Le Cocq, die bezig was de Gedei te verbranden, te beschermen. Le Cocq kreeg bij dit gevecht een gewonde. Nauwelijks stegen de vlammen uit de Gedei op, of men zag hier en daar personen met groote witte vlaggen te voorschijn komen, ken nelijk met het doel om te onderhandelen. In overleg met den wd- assistent-resident werd daarom besloten, de tuchtiging te staken. Dientengevolge nam men den terugtocht aau en keerde de colonne omstreeks 11 uur in het oude bivouac terug. De vijf gewonden, allen mindere militairen, werden naar boord gezonden, en de gesneuvelde [ook een minder militair] begraven. De vijand had dien dag 30 a 40 dooden op het terrein achter gelaten. Onmiddellijk na terugkomst in het bivouac werden brieven gezonden aau de naburige radja's als aan Toekoe Bintara van Baijoe, aan Toekoe Bintara van Blang Mangat, aan Toekoe Iman van Balei, aan Toekoe Iman van Bloek,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 472