1091 langs de versterking loopt. De vijand had de vroeger verbrande Gredei wederom versterkt. Door geschut- en geweervuur werd nu Blang Pria geteisterd, om deze kampong zooveel mogelijk van vijanden te zuiveren en de vijan delijke benden, die er trachtten in te komen, terug te drijven. De compagnie Le Cocq marcheerde intusschen in zuidoostelijke richting, met het doel de Gedei te observeeren en, zoo het mogelijk was, te nemen, terwijl de colonne Götz insgelijks zuidoostwaarts marcheerde met het doel Blang Pria van de oostzijde aan te grijpen. Beide compagnieën waren door een droge waterleiding, met licht kreupelhout begroeid, van elkaar gescheiden. Later ging Le Cocq met drie sectiën de greppel weer over en liet een sectie aan de oostzijde, om zijn linkerflank te dekken. Een hevig gejoel en geschreeuw kondigde de beide voorwaarts marcheerende colonnes 's vijands nabijheid aan, en dat hij zich ver scholen had in de greppels, gelegen tusschen de twee kampongs; kort daarop opende hij een hevig vuur en viel toen plotseling met de klewang in de vuist op de beide compagnieën aan. De 2e luitenant Arendsen de Wolff, die met zijne sectie en tirailleur verspreid was, stormt op den aanvallenden vijand aan, onder den uitroep „attaqueeren"! De troep, door zijn moedig voorbeeld als 't ware medegesleept, volgt hem. Weldra zijn beide compagnieën met den vijand handgemeen; ge durende een kort oogenblik hoort men het krijgsgeschreeuw des vijands, een hevig snelvuur, gevolgd door het „hoerah" der onzen en het signaal „verzamelen." De vijand was in de greppels en waterlei dingen teruggedreven en daarin door de onzen voor het grootste deel neergeschoten, waartoe de zich aan de overzijde der waterleiding be vindende sectie van Le Cocq niet weinig had bijgedragen. Op de vluchtenden werd door haar een vernielend vuur gericht. De compagnie van Le Cocq was bij dezen plotselingen klewang- aanval aanvankelijk teruggedeinsd; haar aanvoerder wist haar echter tot staan te brengen, plaatst zich aan haar hoofd en voert haar moedig tegen den vijand aan. De 2e luitenant Arendsen de Wolff ziet gedurende de mêlee, dat den Amboineeschen fuselier Bastiaans N°. 1225 door een Atjeher

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 476