1097
1 quartermaster sergeant, 4 sergeanten der 1° klasse, instructeurs, 8
drilmeesters, 1 sergeant-betaalmeester, 1 schrijver, 1 sergeant-geweer
maker, 13 sergeanten-majoor, 28 sergeanten, 50 korporaals, 25 hoorn
blazers en 995 vrijwilligers. Feitelijke sterkte op 1 April 1884:
774 vrijwilligers. Uniform en uitmonstering groen.
2. Het korps vrijwilligers van den Oostelijk Bengaalschen staatsspoorweg
(Eastern Bengal State Railway Volunteer Rifle Corps).
Formatie: 2 compagnieën, verspreid over verschillende plaatsen;
staf 1 majoor, commandant, 1 officier van Gezondheid; 2 kapiteins,
4 luitenants, 1 quartermaster sergeant, 2 sergeanten der le klasse,
instructeurs, 1 drilmeester, 2 sergeanten-majoor, 4 sergeanten, K
korporaals, 4 hoornblazers en 150 vrijwilligers. Feitelijke sterkte
op l Maart 1885: 159 vrijwilligers. Uniform groen, uitmonstering
lichtgroen.
d. klet korps vrijwilligers van den Oost-Indischen spoorweg
(East Indian Railway Volunteer Rifle Corps).
Formatie: 16 compagnieën, verspreid over verschillende plaatsen;
staf 1 kolonel honorair, 1 luitenant-kolonel, commandant, 1 kapitein
adjudant en inspecteur (1), 1 majoor kwartiermeester en betaal
meester, 5 officieren van Gezondheid, 3 veldpredikers; 1 luitenant
kolonel, 2 majoors, 16 kapiteins, 32 luitenants, 13 sergeanten der
le klasse, instructeurs, 1 sergeant-geweermaker, 1 meester kleer
maker, 15 sergeanten-majoor, 63 sergeanten, 62 korporaals en 1151
vrijwilligers (waaronder tamboers, hoornblazers en muzikanten).
Feitelijke sterkte op 1 Maart 1885: 1 125 vrijwilligers. Uniform
groen, uitmonstering zwart. (2)
e. Het korps vrijwilligers van den Tirhoot staatsspooriveg.
Dit korps is uit een administratief oogpunt toegevoegd aan het
voorgaande en heeft dezelfde uniform en uitmonstering als dit. For
matie: 1 compagnie; 1 kapitein, 2 luitenants, 1 sergeant der le klasse,
instructeur, 1 sergeant-majoor, 4 sergeanten, 4 korporaals en 4080
vrijwilligers. Feitelijke sterkte op 1 April 1884: 39 vrijwilligers,
vereenigd te Somastipore.
(1) Gedetacheerd van de Infanterie van het staande leger.
(2) Zie omtrent deze vrijwilligerkorpsen van het personeel van spoorwegmaat
schappijen het in den jaargang 1881 van dit tijdschrift behandelde werk van Ge
neraal Upton.