662 Om die reden wenschen wij naast het gewone Indische verband, dat een man definitief in de gelederen van het Indische leger opneemt, eene tijdelijke verbintenismiddels detacheering van het Nederlandsehe leger, welke verbintenis „bij goed gedrag en dienstijver," debetrok ken militair desgewenscht, ieder oogenblik in een definitief verband moet kunnen doen veranderen. Als dus bij het door ons aangeprezen systeem, om het nog eens te herhalen, een van het Nederlandsehe bij het Indische leger gede tacheerd sergeant in den tijd zijner detacheering, adjudant-onderofficier, mogelijk wel le luitenant geworden is, dan gaat hij na expiratie van zijnen detacheeringstermijn, in zijnen nieuwen rang naar Ne derland terug. Omgekeerd moet ook een adjudant-onderofficier, sergeant-majoor, sergeant en korporaal van het Indische leger gelegenheid erlangen, om, onder nader te stellen voorwaarden, voor eenen termijn van 6 jaar bij het Nederlandsehe leger gedetacheerd te worden. Degenen, die tegen zoodanige detacheering het bezwaar zouden willen inbrengen, dat b. v. zoo'n Indisch sergeant-majoor van Neder landsehe militaire administratie niets afweet, bedenken, dat in zekeren zin hetzelfde bezwaar ook voor de officieren geldt. Een van het Nederlandsehe leger gedetacheerd luitenant, is bij aankomst in Indië evenzeer in de leer als ieder ander nieuweling. Den uit Nederland in Indië pas aangekomen officier, die bij eene inlandsche compagnie wordt ingedeeld, staan de handen vrij wat meer verkeerd, als het geval zou zijn, wanneer een Indisch sergeant- majoor of fourier, eensklaps zich te midden van Hollandsche recueils- militair bevindt. De door ons bedoelde detacheeringen van minder kader over en weer moeten voorts zoodanig geregeld worden, dat de bevorderingskansen zoo min mogelijk met de veelvuldigheid der detacheeringen meeschommelen. Een compromis is te dier zake best te vinden, evenals dit nu met de gedetacheerde officieren geschiedt. Wat intusschen de detacheering naar Indië betreft, is wenschelijk, dat noch officieren, noch minderen voor de eerste maal naar Indië gaan, nadat zij reeds den 35-jarigen leeftijd overschreden hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 49