1122 ook de theorieën binnenskamers, de gymnastiek en het bajonetschermen. Yoor den luitenant-adjudant schiet er dan ook niets anders over dan het lijnexerceereu en de theorieën met de onderofficieren en kor poraals in de exercitiereglementen, zoomede in het voorschrift op den velddienst en het tirailleeren. Voor de overige theoretische bedrevenheid van het kader in de reglementen van inwendigen- en garnizoensdienst, gymnastiek, pionie ren, voorschrift omtrent de wapenen en schietoefeningen, marsch- en trans portdienst is uitsluitend de compagniescommandant verantwoordelijk. Met deze nieuwerwetsche wijze van instructie nu zijn, gelooven wij, de compagniescommandanten in Nederland, voor verreweg het grootste deel, zeer ingenomen, dewijl hun prestige er aanzienlijk bij verhoogd geworden is en de tijd nu ook eens eindelijk voor hen mannen van meer dan 40 jaren oud voorbij is, dat hun bij iedere dienstverrichting bevolen moest worden, hoelaat zij beginnen, wan neer zij zouden eindigen en welke afdeeling van deze of gene school zij zouden beoefenen. Is daardoor het aanzien van den compagniescommandant gestegen, dat van den bataljonscommandant is in zoover gedaald, dat thans niet meer dagelijks het geheele korps wordt bezig gehouden, in den zin als voorheen slechts van het bataljonsrapport bevolen werd. Als voorheen de bataljonscommandant eene tirailleuroefening in den zin had, dan tirailleerden er des anderen daags 3 a 400 solda ten, terwijl nu onder het tegenwoordig oefeningsregime de bataljons commandant aan het oordeel zijner kapiteins moet overlaten, of dat tirailleeren al dan niet is noodig te achten. Dewijl intusschen de commandant van het bataljon de oefeningen in mindere of meerdere mate heeft te controleeren, eischen de meeste chefs, dat dagelijks de compagniescommandanten vermelden, wat zij des anderen daags voornemens zijn te doen, terwijl zij op een tijdstip, door hen te bepalen, nauwgezet onderzoeken hoever eenige compagnie in deze en gene school geoefend heeten mag. Evenals dus een bataljonschef nu en dan eene inspectie in zijn bataljon over kleeding en wapeuing houdt, overtuigt hij zich ook over de manoeuvreervaardigheid en theoretische kennis van kader en manschappen der verschillende compagnieën.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 507