663
Voor de ouderen is dikwijls het acclimatisatie-proces te zwaar.
Ter wille eener meer gelijkmatige behandeling van zonen van
hetzelfde Vaderland worde voorts eene herziening ter hand genomen
van de "Wetten op de bevordering, non-activiteit, ontslag en militaire
pensioenen van officieren en minderen van Land- en Zeemacht.
In die wetten moeten volmaakt dezelfde beginselen neergelegd zijn,
die nu schromelijk uiteenloopen. Zooals nu die wetten zijn, zoude
men eerder denken, dat ze gemaakt zijn voor officierskorpsen van 3
verschillende Rijken, dan dat zij allen Nederlandsche officieren gelden.
Tot staving hiervan nemen wij de vrijheid te verwijzen naar onze,
omtrent dit onderwerp, reeds vroeger in dit Tijdschrift gepubliceerde
studiën. (1)
Men voorzie wijders in de strafrechterlijke leemte, dat insubordinatie
van den minderen militair van het ééne tegenover den meerdere van
het andere leger niet vervolgbaar zoude zijn.
Men heffe Harderwijk op met al zijnen aankleve van woekerplanten
der koloniale werving, en men herzie eens grondig alle wervings-
voorschiiften, zooals b. v. het berispelijk keurings-recueil-militair, dat
in Nederland zeer ten nadeele der productiviteit der Indische werving
en vigneur is.
Men releveere wat meer dan voorheen den Indischen militair, en
men zij dus wat hoffelijker in het moederland tegenover een aange
komen detachement repatrieerende Indische soldaten.
Iedere Hollandsche jongen, die slechts éénmaal zulk eene van
koude bibberende, slecht en smakeloos gekleede troep kolonialen in
Neerland's straten zag, heeft wellicht voor altijd zijne bekomst van
eene dienstverbintenis bij het Indische leger.
Het is hier de plaats onzen waarden collega De Wijs dank te
zeggen, ook voor hetgeen hij op den 18en December des vorigenjaars
in de „Vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap te's Hage
aangaande de ordinair koele ontvangst van repatrieerende kolonialen,
publiek van den katheder gezegd heeft.
(1) Zie „de militaire pensioenen in Indië en in Nederland" in nummer 4 van den
vijftienden jaargang en „de wetten betreffende de bevordering, het ontslag en het
op non-activiteit stellen van de officieren der land- en zeemacht in Indië en in Nederland,
in nummer 2 van den zestienden jaargang.