1127 geheel ter beschikking van den compagniescommandant zullen zijn. Dat bataljoustableau behoort wijders te bepalen, wanneer er officiers- bijeenkomsten zullen gehouden worden, op welke uren de tamboers en hoornblazers gezamenlijk zullen exerceeren, en wat er al zoo buiten de voor den compagniescommandant beschikbaar gestelde uren zal behooren te worden gedaan, met nog enkele oefeningen, die, zoo als b. v. het exerceeren met de brandspuit, bezwaarlijk aan de com pagnie kunnen worden overgelaten. Wil de bataljonscommandant voor zijn verantwoordelijkheid vooraf weten, wat ieder zijner compagniescommandanten wenscht uit te voeien gedurende de eerste 14 dagen of de ingetreden nieuwe maand, dan viaagt hij daartoe van hen een schema van dienst en beoordeelt het zoo noodig, om tijdig in te grijpen, als het hem onvolledig of onoordeelkundig voorkomt. Beter echter is het, om ook den compagniescommandant niet aan een bepaald tableau te binden, omdat hij als het ware dagelijks te beooideelen heeft, wat er al weer als het meest noodige den volgenden dag behoort gedaan te worden. Eene opgave des daags te voren op het rapport van den bataljons commandant, wat er den daarop volgenden dag geschieden zal, komt dan ook vrij voldoende voor. De resultaten zullen spoedig genoeg aanwijzen, bij welke compagnie de oefeningen voldoende, goed of uitmuntend zijn geweest. De door ons bedoelde verantwoordelijkheid van den kapitein moet zich zelfs uitstrekken tot de theoretische bedrevenheid ook van het kader der compagnie, terwijl, daarmede in verband, de overplaatsingen van kader van de eene compagnie bij de andere tot een minimum moe ten worden teruggebracht. Ieder korporaal, die onderofficier moet worden krachtens zijn betoonden ijver, gedrag en geschiktheid, moet, zoo mogelijk, bij de zelfde compagnie blijven. Terwijl één luitenant met den uitrukkenden dienst belast is, kan aan den anderen luitenant eene speciale opdracht gegeven worden, om het kader van de compagnie verder te bekwamen. De kapitein valt zoo noodig in voor den in garnizoensdienst gecom- mandeerden luitenant, öf doet den sergeant-majoor in diens plaats treden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 512